Nog één week: de angsten op een rijtje
Volgende week zaterdag: de Ronde van Vlaanderen. 140 kilometer, of daaromtrent.
Ben ik er klaar voor? Hmm. Dit weekend een laatste test. Doel: een ritje van 100 kilometer in drie en een half uur. Een fysieke test ter ondersteuning van het moreel (de moraal, zouden wielrenners zeggen). En een laatste duurtraining.
Alsof dat nog nodig is. De conditie is ok. Beter dan vorig jaar en toen reed ik vrij makkelijk de Amstel Gold Race. En wat is nou helemaal vijf uur fietsen? Een peuleschil.
Waar ben ik dan bang voor? Mijn angsten op een rijtje:
- Het weer. Regen. Natte, vieze, glibberige kasseien. Wolvenweer. Maar volgens mij gaat dat meevallen
- Het weer. Kou. Vorig jaar was het maar net boven nul. Maar volgens mij gaat ook dat meevallen
- Het weer. Wind. De helft van de dag wind tegen. Irritant en vermoeiend.
- Het weer. Een combinatie van bovenstaande omstandigheden.
- Lekke banden. Fnuikend voor de cadans, het ritme, het tempo en het humeur. Maar die liggen altijd op de loer, daar in Vlaanderen. Twee nieuwe bandjes moet ik nog om mijn velgen leggen. Gewoon 23 mm en 8 bar erin, lekker eigenwijs. Stuiteren maar.
- Die eeuwige man met de hamer. Bij een tochtje van 140-150 kilometer staat die altijd na zo’n 110 km langs de weg. Is dat fysiek of psychisch? Het laatste, vrees ik. Maakt niet uit hoeveel bananen ik meeneem.
- Valpartij. Van de schrik bij mijn valin de Reuzen van Vlaanderen in 2007 ben ik nog niet bekomen. Trauma.
- Last van mijn rug. Dat gestuiter is slechts tot op zekere hoogte lekker. De conditie van mijn rug is bovendien sterk afhankelijk van mijn slaaphoudingen in de nacht daarvoor. Altijd weer een verrassing.
Volgende week zaterdag: de Ronde van Vlaanderen. Voor het eerst op full carbon over de kasseien. Ik ben benieuwd.
Ik heb er in elk geval zin an. Laat de Oude Kwaremont en de Paterbergmaar komen. Ik lust ze rauw.