Nachtkaars
Fietsjaar 2021 gaat een beetje als een nachtkaars uit. Is het niet te koud, dan is het wel te nat om te fietsen. Het zij zo.
Het was overigens een prima jaar op de fiets, al maakte ik minder kilometers dan in 2020: bijna 6500. Ook het aantal ritjes van meer dan 100 kilometer was beperkt. Dat waren er slechts zes. Wel was mijn langste rit – een rondje in het Sauerland van 126 kilometer – meteen de rit met de meeste hoogtemeters van het jaar: 2220 hm.
Daarmee is ook gelijk één van de hoogtepunten van het fietsjaar genoemd: het lange weekend fietsen in het Sauerland met mijn vrienden van de SA/CB. Met mooie tochten, heerlijke maaltijden en schuimend bier. Andere hoogtepunten: de zware beklimming van de Col du Grand St. Bernard (2100 hm) en in mijn week fietsen in Zwitserland de schitterende tochten naar de Oberaarsee (2x) en de Göscheneralpsee. Ook de rit naar de Passo del Lucomagno zal ik niet gauw vergeten: van de warmte naar de koude regen en weer terug.
Ondertussen ben ik mij aan het oriënteren op een nieuwe fiets. Een fiets met dezelfde kwaliteiten als mijn inmiddels 12 jaar oude fiets maar met de mogelijkheden om ook onverhard te gaan fietsen. Want dat is het plan voor komend jaar: een deel van de Via Francigena fietsen, bikepackend van Aosta naar Siena. En dat gaat over vele ‘strade bianche’. In de zomerse warmte van Italië. Nu al zin in.
Dank aan mijn fietsvrienden van dit jaar: Erik, Frans, Gaby, Gerwin, Hendrik-Jan, Leon, Maarten, Marije, Pascal, Peter, Peter, Petra, Pierre, Pieter, Roel, Rolf, Sandra, Sil, Thijs, Thijs, Tim & Willem. Mooi was het, soms zwaar, maar altijd gezellig.