Regenbui
De wekker gaat. Het is kwart voor zeven. De wind huilt om het huis en de regen slaat tegen de dakramen. Het is vrijdag. Ik ben vrij, maar sta op om ontbijt te maken voor de scholieren in huis. Arme jongens, zij moeten door de regen, terwijl ik zelfs nog zou kunnen besluiten terug in mijn bed te kruipen.
Dat laatste doe ik niet. We ontbijten samen, ook de dames schuiven even later aan, en ik lees de krant. De een na de ander vertrekt (de vrouw des huizes gaat zelfs anderhalf uur hardlopen in dit weer; niet van dat laffe). Dan ben ik alleen. Ik treuzel nog een uur, anderhalf, totdat ik vol zelfwalging besluit mijn fitnessrugzak te pakken en eveneens het pand te verlaten.
Twee uur later ben ik terug. Met een goed humeur, een heerlijk vermoeid lijf en een enorme trek. Mijn regenbui is over.