Paniek en schuld in Asturië
Erge bergen 75: Mirador del Fitu
5 augustus. Er zijn van die dagen dat je je benen niet voelt. Magische dagen. Het gebeurt maar een paar keer per jaar. En vandaag is zo’n dag.
We verblijven in Ribadesella, aan de kust van Asturië, en ik heb een rondje van zo’n 45 kilometer bedacht. Nou ja, rondje, het is meer een driehoekje: zuidwaarts naar Collia, dan naar Colunga in het noordwesten en dan oostelijk terug naar Ribadesella, over de oude provinciale weg de N632.
Wat ons te wachten staat, geen idee, ik weet alleen dat de weg van Collia naar Colunga ons langs ‘Mirador del Fitu’ voert, volgens mijn Michelinkaart een uitzichtspunt langs een groen belijnde weg. Hoe hoog die Mirador ligt, ik heb me er niet in verdiept. Wat ik wel vermoed van heel de route; continu op en neer en nergens een stukje vlak.
We zijn met zijn tweeën, Gaby en ik. Afgezien van enkele tochtjes in Zuid-Limburg, heeft Gaby geen klimervaring.
De eerste 13 kilometer gaan inderdaad op en neer en op elk bultje wacht ik even op haar. We rijden door de uitlopers van de Picos d’Europa, met woeste toppen om ons heen. Van 70 meter stijgen we geleidelijk naar bijna 300 meter hoogte. Maar de afdaling naar Collia brengt ons weer terug naar 50 meter boven zeeniveau. We zijn omringd door heuvels en bergen.
Een bordje: Mirador del Fitu 9 km. De weg gaat omhoog en ik begin te rekenen: bij gemiddeld 5% komen we uit op 500 meter hoogte. Veel hoger zal het toch niet zijn?
De weg gaat met 5-7% omhoog, soms wat vlakker, soms wat steiler. Gaby heeft het zwaar en af en toe wacht ik op haar. Mijn benen zijn uitstekend, ik kijk om me heen en geniet. Het is hier werkelijk schitterend.
Maar dan wordt mijn stemming ruw verbroken; “Het is te zwaar! Ik kán dit niet!” Gaby is verdrietig en boos. “Ik dacht we gaan twee uurtjes rustig fietsen, maar niet dit! Ik heb niet eens wat te eten meegenomen!”
“Eten? We hebben toch ontbeten?”, denk ik, maar ik slik mijn woorden in, want Gaby lijkt werkelijk in paniek. Ik probeer haar gerust te stellen: “Gewoon af en toe stoppen, en dan gaat het wel weer”, zo probeer ik. Maar dat helpt niet. Ik voel me schuldig, een beul.
Na een paar minuten stappen we weer op. We tellen de kilometers af en af en toe stoppen we even. Als mijn hoogtemeter al ver boven de 500 meter aangeeft, zie ik in de verte wat auto’s in de berm. Dat moet de Mirador zijn, iets eerder dan gedacht. Als ik boven ben wacht ik op Gaby. Die komt een paar minuten later boven. Ze lacht zelfs.
Voor het uitzichtpunt moeten we een stukje naar boven lopen. Gaby gaat kijken en ik bestel ondertussen bij het kioskje een koffie, een flesje water en een Kitkat voor Gaby en het onvermijdelijke blikje koude cola voor mezelf. Even later zitten we heerlijk in de zon en Gaby’s humeur lijkt weer opgeklaard.
Het eerste stuk van de afdaling is steil en mistig, maar na de wolken volgt een schitterend uitzicht over de Asturische kust. Vanaf Colunga is het echter nog 20 kilometer naar Ribadesella. Dat valt even tegen.
De oude N632 gaat op en neer en kronkelt dan weer langs de zee en dan weer door het binnenland. Op elk topje wacht ik even.
Op één van de laatste klimmetjes rijdt een andere fietser me voorbij, gekleed in het oranje van de CCC-ploeg. Hij rijdt behoorlijk door, maar ik weet aan te pikken en hem vlak voor het topje weer voorbij te rijden. Wat een fijne benen heb ik toch vandaag. Op de top in San Esteban wacht ik weer even op Gaby en samen dalen we af naar Ribadesella. Het laatste klimmetje naar ons huisje is een waardig toetje.
Onze twee jongens zitten binnen rustig te kaarten. Er staat 53 kilometer en ruim 1300 hm op de teller. Ik voel me prima, het schuldgevoel is wat gezakt, en Gaby kan trots zijn op zichzelf.