Een dag zonder
Maandagochtend, fietsen! Ik pak mezelf lekker in, en fiets om half tien van huis weg. Koud, nauwelijks wind, een waterig zonnetje. Doel: 50 km fietsen, ruim anderhalf uur. Via Hoek van Holland naar Maasluis, en weer terug. Standaardrondje.
Na tien minuten rijden merk ik het al: dit wordt helemaal niks, vanochtend. Ik kom nauwelijks boven de 28 km/u uit. Windje tegen, maak ik mezelf maar wat wijs. Maar ik kom niet in mijn ritme. Ik voel dat mijn hartslag hoger is dan normaal – mijn hartslagmeter staat op 0, die doet het even niet – en ik voel mijn linkerhamstring pijnlijk trekken. Sinds ik in september mijn zadel een centimeter hoger heb gezet, voel ik mijn linkerhamstring af en toe trekken. Met zorgvuldig, soepel trappen gaat dat meestal snel over. Maar vandaag niet.
Op de Maeslantschans kom ik tot twee keer toe hijgend boven en dat is de afgelopen maanden wel anders geweest. Geen macht in de benen. Un jour sans, zouden de Fransen zeggen. Op de terugweg, met windje mee, gaat het wel ruim boven de dertig, maar dat kost me meer moeite dan gewoonlijk. Soepel is anders. Harken, is het.
Un jour sans is een Franse uitdrukking, maar is vooral een typisch Nederlands excuus. Het wil zoveel zeggen als: “ik ben op zich uitstekend in vorm, maar vandaag ging het even niet”. “Maar daar kan ik niks aan doen”, hoort daar dan achter. Erik Breukink, Michael Boogerd, geweldige renners, maar altijd wel een beslissende jour sans. Sukkels dus ook een beetje.
Het is geen jour sans, besluit ik dan ook. Het is de herfst in de benen, veroorzaakt door te weinig trainingsarbeid de laatste weken. Mijn gewicht ligt al weer enige weken boven de tachtig kilogram. Ook zo’n meedogenloze indicator.
De weersvoorspellingen voor de komende tijd beloven weinig goeds. Dat wordt dus naar het fitnesscentrum. Spinnen.