Een muur van wind
Erge bergen 109 & 110: Kruisberg & Doodeman
Ik verbleef een paar dagen in Sippenaeken (B) en had een pittig rondje uitgetekend: via de Rue de Beusdael, over de Loorberg naar het duo Kruisberg – Eyserbosweg, vervolgens via de Fromberg naar de Doodeman, via opnieuw de Loorberg over de Camerig, de Pas van Wolfhaag, het Drielandenpunt en opnieuw de Wolfhaag terug naar Sippenaeken. 75 kilometer, zo’n 1200 hoogtemeters.
Als ik op de fiets stap waait het. Flink zelfs. Een harde wind in het heuvelland is een extra handicap, maar die is waarschijnlijk vooral op de plateaus voelbaar, zo schat ik in. Bovendien waait die uit het zuiden, dat scheelt weer op de steile Kruisberg en Eyserbosweg.
Het ritje begint met een klim, de Rue de Beusdael. Dat is onprettig want de benen zijn nog koud en slap en dan gaat de twijfel tussen de oren zitten: hoe moet ik met deze slappe benen die échte steile klimmetjes bedwingen?
In Teuven is het centrum wegens wegwerkzaamheden ontoegankelijk, waardoor ik moet omfietsen via Remersdaal. Dit betekent extra hoogtemeters. Nou, vooruit.
Op de Loorberg doe ik rustig aan en op de weg over het plateau naar Gulpen heb ik windje mee. Dat gaat lekker.
In Wahlwiller wacht de Kruisberg. Die heb ik al vaker gefietst en is weliswaar even behoorlijk steil, tot 16%, maar ik heb er gek genoeg meestal niet veel moeite mee. Daarvoor duurt de ellende te kort en zijn de benen nog te goed. Het is bovendien een mooie klim.
De Eyserbosweg is even later een ander verhaal. De benen zitten nog vol van de Kruisberg en ik heb er continu een huiveringwekkend uitzicht op het vervelende steile stuk in het bos: 18%. De angst voor het bekende. Met gierende adem kom ik boven.
Volgende hindernis: de Fromberg, een van mijn favoriete beklimmingen in Zuid-Limburg. Niet te zwaar en met mooie uitzichten. De wind waait flink, maar hoofdzakelijk in de rug. Prettig.
Inmiddels beginnen mijn benen wat leeg te raken en ik weet dat de ergste klim nog moet komen: de Doodeman. De Doodeman ligt aan de ‘zijkant’ van de Keutenberg. Hij is wat lastig te bereiken, via het gehucht Stokhem, en is ook daarom wat minder populair dan zijn bekende broertje. Ik beklom hem lang geleden al eens, en herinner me daarvan vooral een muur van grijs asfalt door het lichte groen. De Doodeman is een van de lastigste klimmetjes van Nederland. In 700 meter moet ruim 70 hoogtemeters worden overwonnen. Vooral de eerste paar honderd meters zijn steil, tot 15%, maar na het bankje aan de rechterkant van de weg gaat het wat rustiger omhoog, om daarna nog een klein stukje venijnig te worden.
Maar juist dat tweede venijnige stukje, van 12%, slaat me behoorlijk in de benen. De wind staat namelijk vol tegen, kracht 4-5. Dat is in het vlakke land rond Den Haag al geen pretje, maar op de Doodeman is het, nou ja, doodelijk. Van uitbollen op het laatste stukje vals plat is dan ook geen sprake. Vechten tegen de muur van wind.
Ik wilde de tweede keer Loorberg sneller opfietsen dan de eerste keer, maar dat kan ik vergeten. De benen zijn leeg, en ook de beklimmingen van de Camerig, de Pas van Wolfhaag en het Drielandenpunt gaan puur op karakter.
Waarvan ik niet wist dat ik het in me had. Dat laatste stemt dan weer tot tevredenheid.
de naam van de berg komt niet zomaar uit de lucht vallen
ik doe hem slechts 1 keer per jaar om te zien of het nog lukt op mijn hoge leeftijd
wordt elk jaar meer dood dan levend om op de top te komen