Tussenstand 0-0

Inmiddels ben ik halverwege het traject ‘winter-eind juni’. Dan trek ik namelijk weer voor een week de bergen in. Hoe gaat het eigenlijk? Antwoord: matig.
Want de conditie is nog steeds prut, zo merkte ik vanochtend weer. Snel vollopende benen, snel een hoge hartslag, niet vooruit te branden. Zouden dat dan toch de naweeën van die corona-besmetting van twee maanden geleden zijn? En zo ja, hoe lang gaat dat duren? En is daar iets aan te doen?
Het wordt inmiddels tijd voor een serieuzere voorbereiding. Elke week drie trainingen: een intensieve, een lange rustige en een interval c.q. blokkenritje. Daarbij is gelukkig sprake van de aangename omstandigheid dat het weer iets warmer wordt en dat het ’s avonds weer langer licht is. En dan maar hopen dat het geleidelijk beter gaat. En ja, ik weet het: hoop is uitgestelde teleurstelling.
Er is slechts één positieve ontwikkeling te melden: mijn gewicht. Mijn winterse 83,4 kilo (1 januari) is inmiddels geleidelijk teruggebracht tot 81,2. Nog twee à drie kilo te gaan. Op naar de 78.
Maar een doelpunt is dat nog niet te noemen. Het staat nog steeds 0-0.