Vertrouwen
Afgelopen vrijdag had ik een rondje van 70 kilometer uitgezet. Een rondje rond Midden-Delfland en het Westland over bekende wegen, met een paar nieuwe doorsteekjes. Dat moest toch te doen zijn, 70 kilometer, zowel qua afstand als qua tijdsduur in de kou? Met een gemiddelde van 28 km/u zou dat twee en een half uur fietsen betekenen. Er stond weinig wind, west-noord-west, dus dat zou toch moeten gaan? Beetje kilometers maken in een redelijk tempo.
In de eerste kilometers was het koud. Koud aan mijn gezicht vooral, de rest was goed ingepakt. In Kwintsheul was de kou aan mijn lijf verdwenen. Ik fietste met een aardig tempo in de richting van Schipluiden: 30-32. Langs Delft, langs de Schie, langs Schiedam en Vlaardingen en dwars door de Broekpolder naar Maasland. Dat ging best lekker.
Ik fietste langs de A20 en had nu de wind tegen. In de verte reed een groepje fietsers en die beschouwde ik als mikpunt. De wind stond schuin tegen en ik haalde ze pas aan het eind van de weg in. Ik kronkelde langs Maassluis en koos voor het Poortershaven-fietspad langs de draaiende windmolens in de richting van de Maeslantkering. Ook hier windje tegen. Het ging steeds moeizamer. Wat gingen we nou krijgen?
Toen ik bij de Maeslantkering aankwam had ik geen zin om het klimmetje te doen. Ik was moe en moest nog 20 kilometer. Voornamelijk wind tegen, ook dat nog.
Het ging steeds moeizamer, steeds langzamer ook. 25-26, harder ging ik niet. Ook op het fietspad door de duinen van ’s-Gravenzande naar Kijkduin was ik nauwelijks vooruit te branden. Mijn benen waren leeg. Ook het fietspad was leeg, nergens een passerende fietser om bij in het wiel te gaan hangen.
Toen ik thuiskwam na 2 uur en 32 minuten was ik uitgeput. Dat was lang geleden. Naar de oorzaak was het gissen. De vorm van de dag? Het gebrek aan kilometers in de voorbije weken? Het teveel aan kilo’s aan mijn lijf?
Het zal een combinatie van factoren zijn. Belangrijk is het dan om vertrouwen te hebben dat het weer goed komt, dat het binnenkort vast weer beter gaat. Zoals dat elk jaar het geval is. Dat veronderstelt wel dat deze jongen weer wat vaker op de fiets moet stappen. En dat vereist weer minder drukte op het werk en thuis en betere weersomstandigheden.
Nu al zin in de zomertijd.
Vandaag ook zo’n rit. De weg was nat en vies. Er lag pekel. De wind was harder dan ik verwachtte. En maar ploeteren door de polder om uitgeput met een gemiddelde van krap 24 km/u thuis te komen. De energie die zo’n rit kost staat niet in verhouding tot het resultaat. Het is te hopen dat deze winter miles idd weer gaan zorgen voor summer smiles.