Even naar Oostkapelle

Op haar vrije woensdag had mijn vriendin een afspraak in Oostkapelle. Ik bekeek op dinsdag het weerbericht, en kreeg een idee.

Na een ochtend van digitaal overleg wilde ik uiterlijk om kwart voor één op de fiets zitten om het pontje van tien voor twee in Maassluis te halen. De noordenwind bracht me daar ruimschoots op tijd.

Het was een landschappelijk gevarieerd ritje: stukken saai en open agrarisch land afgewisseld met duinen, dammen, dijken en bruggen met uitzicht over eindeloos water. Kassen, kale akkers, hoge bomen, windmolens, haven- en industriecomplexen, treurige dorpen als Vierpolders en Ellemeet, plukjes natte natuur, vakantieparken, jachthavens, gesloten stranduitspanningen, lege surfstranden, alles kwam voorbij. Stuiterend door fraaie dorpjes als Nieuwenhoorn, Goedereede (kasseien!) en Noordwelle, met grote snelheid over de vreemd verlaten en met zand bestoven Brouwersdam, knerpend en behoedzaam sturend over een smal, onverhard, grindpad langs het Grevelingenmeer, voorzichtig scheurend over het schandalig slechte asfalt van Neeltje Jans, het was adembenemend.

Figuurlijk gesproken dan, want de wind stond dusdanig gunstig – overwegend schuin achter – dat van afzien nauwelijks sprake was. Slechts af en toe stond de wind schuin tegen, nergens liet ik me verleiden tot hoge snelheden, mijn hartslag passeerde slechts zelden de 150 bpm. Rustig malen, maar wel de snelheid zoveel mogelijk ruim boven de 30 aanhoudend.

Toen ik in Oostkapelle aankwam stond er 106 kilometer op de teller. Die had ik in drie en een half uur afgelegd. Daar mocht ik tevreden over zijn.

Op de terugweg in de auto protesteerde alleen even mijn linker bilspier. Thuis was er friet, als beloning.

1 reactie

  1. Alexandra schreef:

    Mooi verslag. Ik heb het vaak gereden. Maar niet met een fiets. Wat een conditie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *