Copy – paste – check
Na drie weken zonder fiets stapte ik vorige week weer eens op. Ik reed een rondje van 58 kilometer. Er stond een harde wind en ik had het zwaar. Toen ik thuiskwam was ik helemaal verrot. Alles deed me pijn en ik was uitgeput. En verbijsterd over mijn conditie die tot het nulpunt gereduceerd leek.
Kortom, dit was een slechte start van het jaar. Het weer noch mijn werkdrukte geeft bovendien uitzicht op voldoende mogelijkheden om de boel weer een beetje bij te spijkeren. En het fitnesscentrum is gesloten.
Een beetje schuiven met mijn werktijd gaf gisterenmiddag evenwel een mogelijkheid om weer een stukje te fietsen. Ik besloot om exact hetzelfde rondje te fietsen als een week eerder, al was het maar om te kijken of ik het dit keer wat sneller kon afleggen. Ook al voelden de benen bij wegrijden niet al te best, de vooruitzichten daarop leken gunstig, want er stond minder wind dan een week eerder. Hij stond ook uit een andere hoek, hetgeen betekende dat ik mijn tijdwinst op andere stukken van het rondje moest boeken dan waar ik de vorige keer hard kon gaan.
Van lekker ontspannen fietsen was dus geen sprake. Ik probeerde steeds zo hard mogelijk te rijden, hoopte op weinig vertragende omstandigheden onderweg, en zat voornamelijk op mijn fietscomputer te kijken, in plaats van om me heen.
Maar goed, alles voor de wetenschap. En het resultaat was veelzeggend. Het verschil tussen windkracht 5-6 en 3-4 bleek maar liefst 10 minuten. Voltooide ik het rondje vorige week met een wat treurige gemiddelde snelheid van 27,1 km/u, gisteren ging ik met 29,0 km/u rond. En was ik vorige week helemaal kapot, gisteren was ik na een half uur al weer helemaal hersteld.
Dat laatste stemt optimistisch.