Onrust om een achterlichtje
(Erge bergen 71 en 72: Passo di San Pellegrino, Passo di Fedaia)
(Dolomieten dag 4, 8 juli)
Vandaag doen we een rondje Marmolada. Met de klok mee, dus eerst de Passo di San Pellegrino en daarna de Passo di Fedaia.
Eerst een afdaling, dan in Cencenighe rechtsaf, omhoog. De klim begint met een lange tunnel. Ik grijp naar mijn achterlampje en probeer hem al rijdend aan te zetten. Ik hou mijn hand ervoor en check schuin naar achteren kijkend of die aanstaat. Dat is niet het geval. Ik stop en stap af – de anderen rijden bij me weg – en probeer opnieuw om hem aan te zetten. Lukt niet, batterij leeg. Wat een sukkel ben ik toch, ik had hem gisteravond moeten opladen. Ik stap weer op en rij verder. Hoewel de tunnel goed verlicht is, zit ik onrustig op mijn fiets.
De weg gaat langzaam omhoog, maar het duurt even voordat ik in een rustige cadans zit. De anderen rijden ver voor me uit. Die haal ik niet meer in. Na Falcade gaat de weg in een paar fraaie haarspelden omhoog. Vier kilometer verder, na de afslag naar de Passo di Vallès, gaat het evenwel serieuzer omhoog. Een bordje kondigt het lachend aan: 15%. Drie kilometer lang gaat het met hele stukken van 11-13% omhoog, met uitschieters tot 14-15%. Gelukkig is het bewolkt en niet zo warm. De weg voert door een bos. Weinig uitzicht.
Nog een bordje: 18%. Ik begin te lachen, al weet ik niet waarom, stop even en maak er een foto van. In de hieropvolgende kilometers gaat het soms met 16% omhoog, maar de 18% tik ik niet aan. Ik vermijd daarbij wel de binnenbochten van de vele haarspelden.
De laatste kilometers van de klim gaat het gelukkig weer met normale percentages omhoog. Boven op de col zie ik geen bord, maar wel een klein kerkje. Ik maak er een foto van en zie op mijn telefoon het bericht dat mijn twee fietsvrienden zijn doorgereden. Afspraak: lunch in Canazei.
Na een zeldzaam snelle afdaling vermijd ik bij Moena de tunnel en rij om via het dorp. Dat betekent een honderdtal meters extra dalen. En weer klimmen. Want vanaf Moena moet over 16 kilometer zo’n 400 meter worden geklommen naar Canazei. Ik vermijd een groot deel van de drukke weg en neem vanaf Pozza di Fassa het fraaie, golvende fietspad naar Canazei.
Lunchpauze in Canazei. Onder begeleiding van een groot glas koude cola schuif ik een pizza naar binnen.
We rijden verder. De Passo di Fedaia staat te boek als een verschrikkelijk kreng, maar dat geldt alleen voor de oostzijde. De westkant van de pas is prima te doen, met slechts een viertal kilometer van 8%. Na een kilometer of zes klimmen kijk ik in de verte omhoog en zie een donkere galerij. Of is het een tunnel? Hoe dan ook, daar moet ik zo meteen doorheen. Ik word wat onrustig en bedenk of het handig is om straks vlak voor die tunnel mijn voorlamp (die doet het nog prima) naar de achterkant van mijn fiets te verplaatsen. Ik vraag me bovendien af hoeveel tunnels of donkere galerijen ik kan verwachten. Geen idee, ik heb wel de hoogteprofielen in mijn hoofd geprent, maar me hierop niet goed voorbereid. Dat is niks voor mij. Gelukkig is er nauwelijks verkeer.
De klim is overigens prachtig en voert langs de noordzijde van de Marmolada, het hoogste bergmassief van de Dolomieten. Hoe hoger ik kom, hoe mooier het uitzicht. Er volgen enkele galerijen en aan het eind van de klim een lange tunnel. Die lijkt gelukkig redelijk verlicht dus ik fiets door. Het einde van de tunnel markeert het einde van de klim en het begin van het stuwmeer Lago di Fedaia. Het water is staalblauw, en aan de overkant torent de besneeuwde Marmolada er bovenuit. Het is van een imposante en rustgevende schoonheid.
Ik stop even om het geheel op me te laten inwerken, loop ook even een barretje binnen om mijn bidon te vullen, en fiets daarna rustig verder langs het meer.
De afdaling van de Fedaia is steil, heel steil. Blij dat ik hier niet naar boven hoef te fietsen. Op een lang, recht stuk laat ik mijn fiets lopen. Ik suis naar beneden, totdat ik het bij zo’n 75 km/u wel welletjes (lees: te link) vind en wat bijrem.
Als ik in Alleghe aankom, staan er 96 kilometer en ruim 2800 hoogtemeter op de teller. Mijn achterlampje neem ik mee naar boven om op te laden. Geen idee of ik dat morgen nodig heb.