Test voor de test
Eind juni ga ik een week in de Franse Alpen fietsen. Daar staat onder andere de Col de l’Iseran op het programma. Het belooft een zware week te worden. De vraag luidt dan: ben ik daar een beetje op voorbereid? Het antwoord is: mwah. Ik heb dit jaar nog nauwelijks geklommen en ook nog maar een enkel ritje van meer dan 100 kilometer gemaakt.
Het is evenwel een handige omstandigheid dat ik komend weekend drie dagen in het Sauerland ga fietsen, met de heren van de SA/CB. Dat weekend is op zichzelf al een mooi vooruitzicht – met fietsen, bier en gezelligheid – maar kan tevens worden gezien als een test c.q. serieuze training voor mijn week in de Alpen. Ik ben benieuwd.
Toevallig was ik afgelopen weekend in Zuid-Limburg. Een familieweekend bracht me daarheen. Ik had dus maar mijn fiets meegenomen, ik kon er vast wel ergens een paar uurtjes tussenuit. En dat klopte. Op zaterdag introduceerde ik mijn vriendin, die nu twee jaar een racefiets bezit, op een klein rondje klimwerk. Dat was zeer aangenaam. En op zondag vertrok ik heel vroeg om nog wat meer hoogtemeters te maken. Dat werd achtereenvolgens de Loorberg, Schweiberg, Camerig, Schutteberg/Wolfhaag, Drielandenpunt, opnieuw Wolfhaag, Sippenaeken/Beusdael en De Plank. Op zaterdag reed ik een mooi pee-er op de Loorberg, maar dat wist ik op zondag niet scherper te stellen. Ook de Schutteberg ging zaterdag in een pee-er, maar ook dat wist ik zondag niet te verbeteren. Toch was ik tevreden. De test voor de test was geslaagd. Bovendien: schitterend gefietst.
En dan gaan nu de bordjes op de knieën.
Benen zaterdag: 7,5
Benen zondag: 7
Maar laten we nog niet te optimistisch zijn. Eerst komend weekend maar eens zien. Dan gaan zowel de kilometers als de hoogtemeters tellen. En het bier. Drie dagen achterelkaar. Ik heb er zin an.