Hesjtek Iseran
Sommige beklimmingen spreken meer tot de verbeelding dan andere. De hoogte speelt hierbij een belangrijke rol. En de lengte, al is die natuurlijk sterk gecorreleerd met de hoogte. Ook moet er wielergeschiedenis zijn geschreven. En het moet een pas zijn, vind ik. Je moet er van twee kanten op kunnen rijden.
Wat mij betreft gaat het dan om de volgende cols: De Stelvio en de Gavia in Italië, de Agnel/Agnello op de grens van Italië en Frankrijk, en de Galibier, Bonette en Iseran in Frankrijk.
Van deze zes heb ik alleen de Col de la Bonette gefietst. Schitterend. De Stelvio heb ik vorig jaar jammerlijk gemist. Of er ooit een herkansing volgt? Geen idee.
Dit jaar is het oog gevallen op de Col de l’Iseran. De Iseran is met zijn 2770 m. de hoogste (verharde) bergpas van de Alpen. De bedoeling is om hem van de noordkant op te fietsen. Vanuit Bourg St. Maurice, dat op zo’n 800 m. hoogte ligt, is dat bijna 50 kilometer fietsen. Gezellig.
De lengte van de klim is vergelijkbaar met de beklimming van de Timmelsjoch vanuit Merano (die ik afgelopen jaar fietste), het hoogteverschil iets geringer. En nergens wordt het vervelend steil. Dat moet dus lukken.
Hoe dan ook, ik heb er zin an.