Hoger kan niet. Ehh, hoger kon niet.
Erge bergen 43: Col de la Bonette
Ik heb er maanden naar uitgekeken en vandaag is het zover. Ik ga de Col de la Bonette op fietsen. Sterker nog, ik ga de Cime de la Bonette op fietsen.
De Col de la Bonette is met 2715 meter één van de hoogste bergpassen van de Alpen. Teneinde de Col de l’Iseran (2770m) in een kinderachtige strijd om de hoogste te zijn te passeren is op de top van de Col de la Bonette een weggetje aangelegd dat naar 2802 meter hoogte voert. Die ‘Cime de la Bonette’ is de hoogste geasfalteerde doorgaande weg van Europa, althans dat claimen de Fransen. Dat aangelegde lusje voert op die hoogte nog even met 15% omhoog. Een fijn vooruitzicht.
Vandaag is onze groep van zeven man in drieën gedeeld. Twee mannen doen de Col d’Agnel (2744m), drie mannen gaan op de mountainbike de Col de Parpaillon (2780m) beklimmen. Pieter en ik doen de Bonette.
De klim start in Jausiers (1218m) en is 24 kilometer lang. Ik verwacht er zo’n twee uur over te doen. Twee uur klimmen, twee uur inspanning, dat vergt vooral de juiste mentale instelling. Rustig beginnen, en ook al voelen de benen goed rustig blijven doormalen.
Het is schitterend weer, half bewolkt. Het wegdek is strak, en de weg voert geleidelijk omhoog. Nergens wordt het heel steil, slechts af en toe wordt de 10% aangetikt. De benen voelen goed, maar na een tiental kilometer begint mijn rug te protesteren. Hinderlijk. Ongetwijfeld het gevolg van de grote hoeveelheid extra kleding die ik in mijn twee over elkaar heengetrokken wielershirts heb gepropt: beenstukken, armstukken, een jasje, een regenjasje, overschoenen en een paar handschoenen. Dit met het oog op een verwachte koude afdaling.
Ik stop even, rek mijn rug, eet een banaan (ook die zat ergens in mijn zakken) en wacht op Pieter, die na enkele minuten langs komt gefietst. Samen fietsen we verder, maar na een tijdje fiets ik weer alleen. Omdat het nergens echt zwaar wordt heb ik genoeg gelegenheid om van het landschap te genieten.
De weg voert door het schitterende Parc National de Mercantour, waar lynxen en wolven schijnen te leven. Ik zie alleen een paar alpenmarmotten. Naarmate ik hoger kom wordt het landschap woester en kaler. En witter, want de avond daarvoor is boven de 2200 meter verse sneeuw gevallen. Gelukkig is de weg schoon en vrijwel droog. Af en toe passeert er een auto en zo nu en dan komt er een fietser hevig ingepakt naar beneden suizen.
In het haarspeldengedeelte heb ik uitgebreid de gelegenheid naar beneden te kijken. Ik zie Pieter fietsen, heel ver zit hij niet achter mij. Op enkele kilometers van de top fiets ik langs een verlaten legerkazerne. De grauwe gebouwen steken nauwelijks af tegen de grijsbruine achtergrond. Ik stop even en maak er een foto van.
In de laatste kilometers heb ik een fantastisch uitzicht op de top van de col. Het venijn is bovendien uit de klim en ik ben in staat om enkele tandjes bij te schakelen en met een flinke vaart langs de sneeuwwanden en over de nat van het smeltwater geworden weg te rijden. Het water spat tegen mijn blote kuiten.
Op de Col wacht de min of meer verwachte teleurstelling: het lusje naar de Cime is afgesloten. Grote sneeuwhopen op de weg verhinderen de doorgang. Ik zie wat sneeuwschuivers staan op de steile weg naar boven en wat ronddolende wegarbeiders, maar ik heb niet de indruk dat de arbeiders iets met die schuivers gaan doen. Op de col wijst een bordje naar links. Nice, staat erop. Ik zet mijn fiets tegen het bordje en wacht op Pieter. Het is weliswaar koud, een graad of vijf, maar ik sta nog te gloeien van de inspanning en de opwinding. Het uitzicht naar beide kanten van de col is onbetaalbaar. Dan komt Pieter. Hij lacht en rijdt me juichend met één arm geheven tegemoet.
We maken een paar foto’s en doen onze warme kleren aan. De afdaling is ijskoud, vooral in de eerste kilometers. Gevoelloze vingers van de kou en het remmen. Na ruim een half uur dalen stuif ik Jausiers weer in. Pieter, de veel betere daler, zit al enige tijd in de warme zon op me te wachten. Dan rijden we samen terug naar St. Pons.
Thuisgekomen kijk ik op Strava. Ik heb twee uur en negen minuten over de hele klim gedaan. Dat had achteraf gezien misschien wel binnen de twee uur gekund, maar ach, wat maakt het ook uit?
De Col de la Bonette is één van de mooiste cols die ik ooit heb gefietst.
(Meer info over deze klim: CyclingUp)