Therapeutisch
Volgende week is het zover. Dan fiets ik zes dagen lang in de Italiaanse Alpen. Standplaats Merano. Met zeven andere mannen.
Voldoende uitdagingen in de buurt, zoals de Passo dello Stelvio (Stilfserjoch) en de Passo Rombo (Timmelsjoch), klassieke klimmen waarbij de weg tientallen kilometers lang omhoog voert en waarbij vanaf Merano ver over de 2000 hoogtemeters dienen te worden overwonnen. Is dat leuk? Ja, dat is leuk.
Nee, natuurlijk is dat niet leuk. Met mijn 80 kilo heb ik niet bepaald het postuur van een klimmer. Bovendien heb ik een intrinsiek zwakke geest, een gebrek aan talent en ben ik te oud. Mijn conditie is de laatste maanden weliswaar flink opgevijzeld, maar durf ik op dit moment niet hoger dan een 6,5 te geven. Daar moet ik het mee doen en dan wordt klimmen lijden.
De vraag is echter of dat lijden niet zozeer een fysieke maar juist vooral een mentale kwestie is. Want klimmen en afzien kun je leren. Klimmen is namelijk blijven trappen tot je boven bent. Zorgvuldig de krachten doseren, hoe beperkt die ook mogen zijn. Klimmen is het testen van het doorzettingsvermogen. Voor iemand met een zwakke geest, zoals ik, is dat de ultieme test. Klimmen als therapie. En mijn ervaring leert inmiddels: ik kom altijd boven. Daar put ik volgende week dan maar moed en vertrouwen uit.
En dat komt trouwens in het gewone leven ook van pas.