Als alles pijn doet
Een week geleden liep ik snotterend door het huis. Geen koorts, net geen griep. Maar krachteloos. Van een fietsritje naar de supermarkt ging ik al zweten. Conditie nul.
Vanochtend stapte ik weer eens op de racefiets. Een rondje van zo’n 50 kilometer stond me voor ogen. De benen een beetje lostrappen. De conditie peilen.
Dat viel niet mee. Ik kwam nauwelijks boven de 30 en alles deed pijn: mijn nek, mijn schouders, mijn rug, mijn benen, mijn billen. Mijn God, mijn billen, mijn arme billen, ze leken afgestorven, of op zijn minst in een diepe winterslaap te verkeren. En daaruit werden ze vanochtend ruw ontwaakt.
Toen ik thuiskwam was ik gebroken. Ik zakte neer op de trap en kon slechts met moeite mijn overschoenen en schoenen uittrekken. Mijn billen waren beurs, mijn nek trok aan mijn hoofd. Eerst maar even een beker chocomel en een dik plak cake.
Als alles pijn doet, na een lullig rondje van 51 kilometer door het vlakke land, dan is het nauwelijks voorstelbaar dat ik in juni weer door het hooggebergte fiets.
Er is nog veel werk te doen.