Een bos, een muur, een hek.
(Erge bergen 46: Monte Argentario)
De Monte Argentario: ik kan er misschien niet omheen fietsen, maar ik kan er wel naar boven. Zo gedacht, zo gedaan. Opnieuw fiets ik via Anseldonia en Orbetello naar het schiereiland. Rechtsaf, over de provinciale weg en dan na enkele kilometers naar links.
De donkergroen beboste Monte Argentario (Il Telegrafo) is 635 meter hoog. Tot hoe hoog de weg voert is echter onduidelijk. Zowel de website van BIG cycling als die van Climbbybike geven een hoogte aan van 566 meter. Maar ik ben eigenwijs, en verwacht helemaal naar boven te kunnen fietsen. Daar staan immers allemaal zendmasten. Wat daar verder te zien is, geen idee.
Na mijn ervaring van enkele dagen eerder ben ik op het ergste voorbereid. Een weg omhoog door het bos naar, tja, naar wat eigenlijk?, naar niets, ja, naar die zendmasten, kan immers maar één ding betekenen: een verschrikkelijk wegdek.
Dit blijkt al snel een groot misverstand. Sterker nog: het asfalt is onberispelijk. Daar kunnen zelfs de Zwitsers nog een puntje aan zuigen. Verbazing.
Rustig fiets ik naar boven. De klim is ongelijkmatig, een goed ritme vinden is niet gemakkelijk. Even vlakt de weg wat uit, tijd voor een banaantje, maar dan, vlak na het klooster gaat het steil omhoog: 11-13%. Dat duurt gelukkig maar een kilometer.
De top komt steeds dichterbij, de zendmasten liggen voor het grijpen. Dan een wit rond bord met een rode rand. Verboden in te rijden. Ik kijk op mijn hoogtemeter: 560 meter, en ik begrijp: dit is de officiële top van de klim. Maar de weg gaat verder omhoog. Bovendien ben ik nog niet bij die zendmasten. Ik fiets dus verder. Het mooie asfalt is verdwenen. Veel losliggende stenen.
Dan gaat de weg geleidelijk naar beneden. Helemaal vertrouwen doe ik het niet, maar toch fiets ik door. Dan gaat het weer omhoog, eerst rustig, maar dan opeens onheilspellend. Een muur. Ik ben bijna bij de zendmasten, dus lang kan dit nooit duren. Ik kijk op mijn fietscomputer: 23%! Ik zit inmiddels op 600 meter hoogte.
Een bocht naar links en dan eindigt de muur opeens bij een hoog hek. Militair terrein. Hijgend en zwetend stap ik af en zet mijn fiets tegen het hek. Achter het hek staat een gebouw. Er staat een auto naast. Een hond begint te blaffen, maar is nergens te zien. Dat blaffen duurt maar even. Geen mens te zien. Een onheilspellende plek. Tussen de bomen door heb ik een mooi uitzicht over Orbetello en het vasteland in de verte. Maar van een prachtig 360 graden uitzicht op de top is geen sprake. Jammer.
Ik drink één van mijn bidons leeg, en stap vervolgens enigszins onbevredigd weer op de fiets. Heel voorzichtig daal ik af van de gevaarlijke muur.
Als ik na twee kilometer op het mooie asfalt kom, laat ik me heerlijk naar beneden vallen. Toch weer ‘een BIG’ gepakt vandaag.