Een grijze man op een grijze fiets
(Amstel Gold Race 2016 – 150 km)
De weersvoorspellingen zijn weinig opwekkend: ’s-ochtends koud, ’s-middags regen. Pas na twee uur fietsen, bij de eerste bevoorrading, doe ik mijn windstopper uit. Een uur later begint het te spetteren. Op de Camerig begint het te regenen, eerst zachtjes, dan hard. Helemaal doorweekt kom ik een half uur later boven op het Drielandenpunt. Koude vingers, koude voeten. Maar nog fris in hoofd en benen. Ik doe mijn grijze regenjasje aan. Een beetje laat, ik geef het meteen toe.
Bij de tweede bevoorrading, na 100 kilometer, breekt de zon even door. Gejuich en gelach. Even later, in de aanloop naar de Kruisberg begint het opnieuw te regenen; in de beklimming begint het zelfs te gieten. De smalle, steile afdaling is daardoor gevaarlijk. Ik daal voorzichtig, met gevoelloze vingers aan de remmen. Ik word door de een na de ander links en rechts (!) voorbij gesuisd. Idioten.
Als even later de Eyserbosweg op de koffiemolen is bedwongen, wordt het droog. Op naar Huls en Heerlen. Afschuwelijke oorden. Daarna met wind tegen naar de Fromberg. Schuilen in een groepje.
Overal lekke banden. De hele dag. Van de Geulhemmerberg tot de Cauberg. Sneu. Mij blijft die ellende bespaard. Met gevoelloze vingers in de regen een bandje verwisselen.
Wel hapert de hele dag mijn derailleur. Oorzaak: waarschijnlijk klem gelegen in de auto. Gevolg: een overslaande ketting op het derde en vierde achtertandwiel. Irritant. Aan de voet van de Keutenberg schakel ik naar mijn kleinste versnelling en trek mijn ketting over mijn kleinste tandwiel heen. Handig moment. Van de fiets af, ketting erop leggen, en verder, meteen steil omhoog. Uit het zadel.
Op de Cauberg is het druk, heel druk. Gedwongen filerijden. Op het gemakje naar boven. Dan ben ik binnen. Dorst.
Grijs regenjasje, grijze Storck, grijs haar. Een oude man op de fiets. Hij lijdt, dat zie je zo. Maar ergens, heel diep van binnen vindt hij dat lekker.
Grijze KANJER!