Werk aan de winkel
Twee weken geleden fietste ik in een klein gezelschap over de Utrechtse Heuvelrug. Ruiterberg, Amerongseberg, dat werk. Het ging niet geweldig maar ook niet slecht. De conditie bleek weliswaar nog verre van ‘Torre-proof’ en minder dan vorig jaar om deze tijd, maar zorgen maakte ik me niet.
Vervolgens deed ik twee weken niets. Ja, doordeweeks hard werken en in het weekend iets teveel bierdrinken en chips eten. Twee weken deadlinestress onderbroken door een mooi weekend weg met tien mannen. Maar fietsen? Ho maar.
Afgelopen zondag moest het dus maar weer eens gebeuren. Ambitie: 100 kilometer. De koude wind kwam uit het noordoosten, dus reden we naar het noordoosten. Kruip door, sluip door naar Noordwijkerhout.
Na vijftig kilometer hadden mijn benen het helemaal gehad met die wind, maar fietsmaat Willem wilde kilometers maken en bleef maar rond Noordwijkerhout kronkelen; er was geen touw aan vast te knopen. Toen we eindelijk terugreden was ik leeg. Het leek alsof we nog steeds wind tegen hadden. Uitgeput kwam ik thuis, met net geen 100 kilometer op de teller. Te moe en te laf om nog een extra lusje te rijden.
De deadline was gehaald, dus had ik ook gisteren de tijd om te fietsen. De vermoeidheid van de vorige dag zat nog in lijf en leden, maar toch ging ik met frisse moed op pad, nu in gezelschap van drs. Pé. Hoewel de wind inmiddels was gedraaid naar west reden we opnieuw noordoostwaarts. Dat ging makkelijk. Windje mee, zo bleek. Ook nu werd Noordwijkerhout aangetikt.
Om kort te gaan: de terugweg was zwaar. Wind tegen, pap in de benen, pijn in de rug. Opnieuw kwam ik uitgeput thuis. Toch voelde het goed.
Nu drie dagen werken. Vrijdag weer fietsen. Werk aan de winkel.
Grijns… Ik lees 'm nu pas. Het was niet de wind, maar het gezelschap. Sorry Willem.