Een rare knak (Lage rugklachten 3)
Vlak voor de zomervakantie is er een MRI-scan gemaakt van mijn rug. Een interessante ervaring. Een MRI-scanner is eigenlijk een technisch zeer geavanceerde rioolbuis, met een diameter van een centimeter of tachtig. Daar wordt je ingeschoven en moet je een minuut of twintig doodstil in liggen. Niet bewegen, niet denken aan jeuk, en zeker niet denken: “wat is het benauwd en klein hier”. Een MRI-scanner is niets voor claustrofoben. Verder maakt het ding een behoorlijk lawaai, je krijgt zelfs een gehoorbeschermer op. Hij bromt, hij tikt en hij knettert. Maar voor de rest: saai.
Een week later zit ik bij mijn rugspecialist. Uitslag: er is weliswaar sprake van enige slijtage aan mijn onderste tussenwervelschijven, maar zorgelijk is het allemaal niet. Heel gewoon voor een man van mijn leeftijd. Het devies luidt: krachttraining (buik en rug) en elke dag oefeningen doen.
De belangrijkste oefening is verheugend simpel: ik ga op mijn buik liggen en druk mijn bovenlijf omhoog door op mijn ellebogen te steunen. Ik ontspan mijn onderlijf (benen en billen) en zak vanzelf lekker door. Dat is aanvankelijk wat pijnlijk maar na enkele ogenblikken trekt dat vervelende gevoel weg. Rustig en diep, vanuit de buik, ademhalen. Twee minuten, en dan weer plat op de buik. En dat drie keer per dag. Meer mag altijd.
Af en toe gebeurt er iets geks. In mijn onderrug voel ik een rare knak. Alsof de zaak weer keurig op zijn plaats zakt. Soms is dat een lekker en soms is dat een vervelend gevoel. Een pijnlijke scheut. Elke keer als ik nu die oefening doe, wacht ik op de knak. Soms komt ie, soms niet. Dat is altijd weer spannend. Altijd hoop ik op de knak. De lekkere variant natuurlijk.