Maandagroutine
“Meneer van Dam!”
“Ja, dat ben ik.”
Het is maandag en ik zit in de wachtruimte van de polikliniek hematologie. Ik ben aan de beurt. De vertrouwde verpleegkundige haalt me op.
“Hoe gaat het?”
“Het gaat. Nog steeds heel moe en weinig energie, en ik heb nog steeds een vieze smaak in mijn mond.”
We lopen naar een van de behandelkamers, dit keer een eenpersoonskamer. Ik doe mijn jas, mijn trui en mijn schoenen uit en ga op het bed liggen, de rugleuning van het bed omhoog. De twee chemo-injecties (bortezomib en daratumumab, je verzint het niet) liggen al klaar.
Een tweede verpleegkundige, die van de catering, komt ook altijd even langs.
“Wilt u misschien wat drinken?”
“Een glas appelsap graag.”
Dat wordt meteen gebracht. Lekker koud.
Voordat de injecties worden gezet wordt eerst nog mijn temperatuur (36,5, prima in orde) en mijn bloeddruk (121- 82, prima in orde) gemeten. Ook volgt nog een extra check, met een tweede verpleegkundige erbij. Is de medicatie juist en wordt het aan de juiste persoon gegeven? Voor de zekerheid, voor de veiligheid. Protocol.
“Mogen wij nog even uw naam en geboortedatum?”
Ik lepel de gegevens voor de zoveelste keer op.
Dan volgen de injecties. Die worden in mijn buik gezet, afwisselend links en rechts. Ik stroop mijn ondershirt omhoog en ontbloot mijn buik. Die injecties worden met een mooi woord ‘subcutaan’ geplaatst, in het vetweefsel onder de huid. Dit bevordert de efficiënte opname van de medicatie in het bloed. Mijn buik is inmiddels eerder een six-vlek dan een six-pack, met bloeduitstortingen en rode vlekken van eerdere injecties. Die trekken weliswaar steeds weer weg maar worden opgevolgd door nieuwe vlekken na nieuwe injecties. Het is geen fraai gezicht.
Zijn die injecties pijnlijk? Nee, dat valt wel mee. De bortozomib-injectie geeft even een stekende pijn, maar die is prima te verdragen en duurt bovendien maar kort. De dara-dinges-injectie doet nauwelijks pijn, maar duurt een paar minuten, vanwege de flinke hoeveelheid en de geringere viscositeit van de vloeistof die in mijn buik moet worden geduwd. Ik moet me ontspannen maar hou toch altijd een beetje mijn buik in. Macht der gewoonte.
“Oké, daar komt ‘ie.” De naald wordt in mijn buik geprikt.
De verpleegkundigen die de injecties geven – het zijn bijna altijd dezelfden en dat voelt vertrouwd – zijn lief, voorzichtig en empathisch.
“Gaat het?”, vragen ze telkens tijdens de injecties.
“Ja hoor, gaat prima.”
En dat is ook zo. Ik ben de afgelopen maanden aan alle kanten lek geprikt, en dat went snel.
Dan is het klaar en kan ik me aankleden en weer naar huis. Ik loop terug naar de uitgang en groet de verpleegkundigen. “Tot volgende week.”
Duur van het ziekenhuisbezoek: krap een half uur. Bijwerkingen van de injecties zijn er nauwelijks.
Goedgedaan Frank!
🙏🏻alles voor jouw goede doel 💪🏻