Koerslandschappen 8: Tussen Ieper en Wevelgem
Weet je waar je mooi kunt fietsen? In de Westhoek.
De Westhoek is de meest westelijke streek van Vlaanderen en strekt zich zelfs uit tot een stukje van Noord-Frankrijk. Het is een streek waar in de Eerste Wereldoorlog genadeloos is gevochten en massaal is gesneuveld. Maar de wonden in landschap en bebouwing die die strijd met zich meebracht, zijn ruim een eeuw later alleen voor een geoefend oog nog zichtbaar. Afgezien van de ontelbare oorlogsbegraafplaatsen en -monumenten natuurlijk.
Ik was al eens eerder in de Westhoek geweest, maar pas op de fiets ervaar je pas de diepe schoonheid van het vreemde landschap, gekarakteriseerd zoals dat wordt door vele ‘getuigenheuvels’, erosiebestendige overblijfselen van oude afzettingen van de zee, die tot ruim 100 meter boven het licht glooiende landschap uitsteken. Beboste, donkergroene puisten in een lichtgroen, agrarisch aangezicht.
Het is niet alleen schitterend fietsen in de Westhoek, maar ook vermoeiend. Vrijwel nergens zijn de wegen vlak, het gaat continu lichtjes omhoog of naar beneden. Dat levert niet alleen prachtige uitzichten over het arcadische landschap op, maar ook steeds zwaardere benen. Zeker als je als fietser het waagt de Rodeberg, de Zwarteberg (F), de Katsberg (F) en als toetje de Kemmelberg te beklimmen.
De Kemmelberg is met zijn 156 meter niet alleen de hoogste, maar met stukken van ruim 20% ook de steilste van allemaal. En of je hem nou van de oost- of westkant beklimt, de weg voert over kasseien. Schuddend, slingerend, hobbelend en vloekend door het donkergroen naar boven, even een stukje asfalt, even uithijgen bij het fraaie monument voor de ruim 5000 hier gesneuvelde en begraven Franse soldaten, en dan stuiterend, bevend en biddend weer naar beneden.
Om vervolgens weer te kunnen uitademen en te genieten van het golvende, lichtgroene, magische landschap van de Westhoek. Op naar het bier in Ieper.
Inmiddels is het tijd voor een bekentenis: ik vond Gent-Wevelgem altijd maar een koers van niks. Een paar puistjes onderweg en daarna won er een sprinter. Een beetje laf.
Maar sinds ik zelf in die omgeving heb gefietst, neem ik alles terug en beweer het tegendeel. Ook al worden de Franse hellingen vermeden, de geringe glooiingen in het parcours zuigen alle sap uit je benen. En de Kemmelberg is vreselijk. Die hel moet in de koers driemaal worden overwonnen, en van even pauzeren boven is uiteraard geen sprake. En wat zie ik tenslotte, zondag moeten de renners 260 kilometer afleggen. Dat is geen kattenpis.
Dus met terugwerkende kracht zeg ik: de winnaar van Gent-Wevelgem is een groot renner. En sorry. Sorry.
*****
(Ook verschenen op Hetiskoers.nl)
Mooie column over mijn favoriete fietsregio en de meest onderschatte der Klassiekers, Gent-Wevelgem