Hobbelen door de haarspelden
Erge bergen 105 & 106: Vršič & Predel
Donderdag 30 juni. Vandaag staat een bijzondere col op het programma: de Vršič, in Slovenië. Wat maakt de Vršič bijzonder, iconisch zelfs? Eén: het grote aantal haarspeldbochten. Op en neer zijn het er 50. Twee: de haarspeldbochten zijn niet van asfalt maar zijn bestraat met keien. Althans in de klim vanuit Kranjska Gora. Die omvat ruim 800 hoogtemeters.
Ik ben dol op haarspeldbochten. Je kunt dan mooi naar boven en naar beneden kijken en tevens even tot rust komen. Op de Vršič is dat laatste echter niet mogelijk. Want het hobbelen over de keien in de bochten slaat behoorlijk in de benen.
Het zijn weliswaar geen Vlaamse kasseien maar de keien – die wel wat lijken op de keien van de Gotthardpas – liggen er soms schots en scheef bij. De vraag is dan: heb je ze liever in de klim of liever in de afdaling? Nou vooruit, dan maar in de klim.
De klim telt 24 haarspeldbochten. De laatste drie kilometer zijn bovendien bijzonder zwaar, want die gaan met 11% omhoog. Zwaar, maar prachtig. Gelukkig zijn we vroeg vertrokken en is het nog niet zo warm.
De afdaling is minstens zo bochtig, met 26 haarspeldbochten. Hier geen keien in de bochten. Ik laat mijn schijfremmen heerlijk piepen. Maar ook in de afdaling raak ik mijn fietsmaten kwijt en moet ik vervolgens het hele lange vlakkere stuk tot Bovec in mijn eentje rijden. Het is inmiddels warm geworden en af en toe gaat de weg weer een stukje omhoog. Dat maakt de achtervolging zwaar en vermoeiend. Maar het omringende berglandschap is prachtig en zorgt voor enige afleiding. Als ik bij de afslag kom waar de anderen op mij staan te wachten, zijn zowel mijn benen als mijn bidons leeg. Tijd om wat te eten en te drinken, want we moeten nog over de Predel. Lunch in Log Pod Mangartom. Even in de schaduw. De goulash smaakt wat flauw maar is bijzonder versterkend.
Op de Predelpas is het warm, heet zelfs. En de klim is gelijkmatiger dan gewenst, met bijna constant 8-9%. Nergens een strook om even tot rust gekomen. Ik worstel me naar boven op deze gelukkig niet al te lange klim. Vlak voor de top is een afslag naar rechts, de Mangart op, maar die 1000 hoogtemeters extra sla ik even over. Op de top van de col de grens met Italië.
De afdaling is uitstekend en snel, over goed asfalt en met slechts een paar haarspeldbochten.
Dat was weer een prima dagje. De benen geef ik een zes, de schitterende Vršič een negen en ik heb weer een grenscol in de tas. Zeer bevredigend allemaal.