Een kleine onachtzaamheid
Erge bergen 98, 99, (48) en 100: Ancienne Barrière, Thier de Coo, (Stockeu), Wanne
We zouden met een drietal bevriende stellen een lang Hemelvaartweekend in de Ardennen doorbrengen. Ik had daarom wat routes uitgezet die we samen (Gaby en ik) konden fietsen. Ook had ik een route getekend die ik op de donderdag van aankomst zou kunnen fietsen. Even over de Stockeu, even over de Wanne en weer terug. Gewoon, om de benen een beetje te testen.
We verbleven in Neucy, in het beekdal van de Lienne. Vanuit Neucy gaat het meteen omhoog. Vijf kilometer lang met 5%. Na een autorit van drie uur en met koude benen is het niet eenvoudig om in een fijn ritme te komen. Op de top, bij restaurant L’Ancienne Barrière, sla ik linksaf. Het gaat hier nauwelijks merkbaar op en neer door een nondescript bos en ik trap lekker door. De zon schijnt en de beklimming van zojuist heeft me al behoorlijk doen transpireren.
Een snelle afdaling dan, haarspelden zelfs, door Trois-Ponts. Vervolgens binnendoor naar Stavelot. Even rustig peddelen.
Maar wat is dat? Het hoogteprofiel op mijn Wahoo kleurt opeens donkerrood. En de dunne lettertjes bovenin het beeldschermpje vertellen mij dat ik zo meteen rechtsaf moet slaan, naar de ‘Thier de Coo’, zo weet ik zonder leesbril nog net te ontcijferen. Nee hè?
Een kleine onachtzaamheid van de routemeister. Voor straf ga ik het aan. De weg stijgt onheilspellend: 11%, 12%, 14%, 16%. En het gaat maar door, met meedogenloze percentages. Mijn hoofd wil niet, mijn benen willen niet, maar het moet. Straf! Straf! Heel even gaat het wat rustiger omhoog, maar dan kruipt mijn hoogtemeter opnieuw naar de 13%.
Dan is het einde in zicht. Als ik boven ben eet ik hoestend, hijgend en zwetend een halve banaan. Mijn benen zijn nu al leeg en ik moet dus nog over die Stockeu en die Wanne. Een weinig bemoedigend vooruitzicht.
Een mooie afdaling naar Stavelot, vervolgens hobbelend over de kasseien door het stadje, over de brug en dan omhoog: de Stockeu. Ik fietste hem al eerder en ik kan er kort over zijn: de Stockeu is een moorddadig kreng. Meteen gaat het met 12-14% omhoog en die ellende houdt veel te lang naar mijn zin en mijn benen aan. Na een kilometer harken en zwoegen op mijn kleinste versnelling, waarbij ik zelfs de 16% aantik, stop ik even bij het monument voor Eddy Merckx. Ik hijg uit, neem een slok uit mijn bidon, neem een foto, eet de tweede helft van mijn banaan en fiets weer verder. Omhoog tot de top.
Ik fiets door een dorpje, Logbiermé, vervolgens drie kilometer lang onverhard door een bos – gelukkig heb ik mijn gravelbikewielen met dikke banden gestoken – opnieuw door een dorpje, en dan in de afdaling, van 565 naar 300 meter hoogte. Grand-Halleux, hier begint de klassieke klim naar het dorpje Wanne.
Na de martelingen op de Thier de Coo (213 hm) en de Stockeu (227 hm) is de Wanne (222 hm) een stuk vriendelijker voor mijn benen. En ook een stuk vriendelijker voor mijn ogen, want op de klim heb ik mooie uitzichten op het omringende landschap. De benen zijn weliswaar behoorlijk leeg, maar op een of andere manier weet ik een aardige cadans te vinden. Een halve kilometer voor de top wordt ik ingehaald door een andere fietser. Een Vlaming op een Eddy Merckx-fiets. Ik pik aan, ga naast hem rijden en begin een gesprek.
Aanpikken? Een gesprek? Aan het eind van de Wanne? Zo leeg ben ik blijkbaar nog niet.
In Wanne sla ik linksaf, daal af naar Trois-Ponts en fiets binnendoor naar Basse-Bodeux en vandaar naar Haute-Bodeux. De namen verraden het al: opnieuw krijg ik een klim voor de kiezen. Een gemene klim zelfs, en vanaf Haute-Baudeux stijgt de weg verder door het bos naar – hèhè, daar zijn we! – de top van L’Ancienne Barrière.
In de afdaling zet ik eens flink aan, maar vanwege de harde tegenwind ga ik niet harder dan 45. Het is inmiddels half zeven geweest. In Neucy staat een koud biertje en een groot bord dampende bami voor me klaar. Het rondje (55 km, 1340 hm) geef ik een acht, mijn benen een vier, de maaltijd een negen.