Naar de bron van de Rijn
Erge bergen 91 & 92: Oberalppas & Lai da Nalps
Andermatt ligt aan de voet van de Oberalppas. Vanuit ons vakantiehuis is het 50 meter vlak en dan gaat het meteen omhoog. Niet echt fijn dit, want probeer maar eens in een ritme te komen.
Maar niet geklaagd, want het is meteen al een prachtige klim, via vele haarspeldbochten met 7% omhoog door een grasgroen modeltreintjeslandschap. Elf kilometer klimmen is het vooruitzicht, van 1440 naar 2046 meter. Een klein uurtje inspanning. Dat is prima te doen.
Na negen haarspelden gaat het met een kilometerslange flauwe bocht langs de spoorlijn naar de pas. Net als op de Furkapas is ook hier geen enkele boom, laat staan welk bos dan ook te zien. Alleen hooilanden, weides met lichtbruine koeien en aan de randen daarvan natte grasnatuur met wat lage struiken en hoge kale toppen daaromheen. Daar tussendoor stroomt de Oberalpreuss, een woeste beek, met water uit de rimpelloze, boven op de pas liggende Oberalpsee.
Op de pas staat een kleine, rode vuurtoren, een replica van een vuurtoren die lange tijd dienst heeft gedaan in Hoek van Holland. Een vuurtoren? Ja, een vuurtoren. Want dit is geen gewone plek. Nee, we zijn in de buurt van de bron van de Rijn. En die vuurtoren is daarvan het symbool. Van oorsprong naar monding.
Het Lai da Tuma (Tomasee), een bergmeer iets hogerop, wordt officieel aangeduid als het begin van de Rijn. Met de fiets kun je daar niet komen. Wel bij twee naastgelegen stuwmeren, die eveneens in de Rijn afwateren: het Lai da Curnera en het Lai da Nalps.
We dalen af tot de afslag naar het Lai da Curnera, fietsen een stukje het smalle weggetje op en besluiten bij een fraaie waterval om niet door te fietsen naar het meer, maar om terug te rijden naar de afslag, verder af te dalen naar Sedrun en van daaruit naar het Lai da Nalps te klimmen.
Inmiddels is het warm geworden. De klim van Sedrun (1340 m) naar het stuwmeer (1967 m) is acht kilometer lang, waarvan de laatste zes kilometer steil (8-10%) omhoog gaan. Het is stil op de weg en traag worstel ik me naar boven over het matige asfalt. De beloning volgt boven: een verstild stuwmeer in de absolute rust van de omliggende bergen.
Na een korte lunch in Sedrun gaan we weer terug, over de Oberalppas. Na vier relatief vlakke kilometers gaat het met voor mijn benen acceptabele percentages (7-8%) kronkelend door opnieuw negen haarspeldbochten omhoog. Een prachtige klim.
De afdaling naar Andermatt is snel. In krap een kwartier leg ik de 11 kilometer af.
Prima dag, dit.