Vlaanderen is een werkwoord

Ik ging fietsen.
De wegen vochtig, soms ronduit nat.
Drek, modder, zand, vuil.
Nauwelijks wind, gelukkig.
Na twee uur fietsen, 58 kilometer,
mijn kuiten bespikkeld, mijn overschoenen grijs.
De fiets ziet er uit als een varken,
maar het was heerlijk.
In deze duistere tijden moet
een fietser af en toe vlaanderen.