Coronatest
De zon schijnt en het waait. Ik stap op de fiets en heb een rondje van zo’n 60 kilometer in mijn hoofd. De stevige zuidwestenwind weerhoudt me niet van mijn plan: een uurtje of twee stevig doortrappen. Hartslag 150-160.
Op twee vlak bij elkaar gelegen ‘favoriete’ Strava-segmenten geef ik vol gas. Mijn Wahoo spoort me daartoe aan met een bliepje en met de mededeling “Gaan!” Op het eerste segment weet ik mijn toch vrij scherp staande pr met enkele seconden te verbeteren. Op het tweede segment, met een scherpe bocht en een kort klimmetje, kom ik daartoe net een seconde tekort. Volgende keer toch sneller die bocht nemen. Even bijkomen. Bij het stoplicht trek ik mijn windstopper uit, ik heb het warm gekregen.
Vervolgens gaat het 20 kilometer lang tegen de wind in. Recht tegen, schuin tegen, zijwind. Mijn gemiddelde snelheid zakt wat in, zie ik, maar toch weet ik nog aardig door te trappen zonder buiten adem te raken. De laatste dertien kilometer van mijn rondje, door de duinen, staat de wind in de rug en krik ik mijn gemiddelde weer flink op.
Als ik thuiskom, staat er 65 kilometer op de teller, met een gemiddelde van 29,4 km/u. Ik ben niet ontevreden. Coronatest negatief.