Zelfvertrouwen
Vrijdagmiddag, ik ga een rondje fietsen. Daarmee beloon ik mezelf voor een uiterst efficiënte en productieve ochtend op mijn werk. De omstandigheden: fris, zonnig en een zacht zuidenwindje.
Doel: twee uur lang zo hard mogelijk fietsen. Geen intervallen, geen rustmomenten, een vast tempo. Gezien mijn slechte rit van een week eerderbegin ik voorzichtig. Bovendien is het druk op de fietspaden de stad uit. Altijd gevaarlijk.
Als ik Kwintsheul passeer, merk ik dat het best lekker gaat. Ik fiets door Schipluiden en besluit daar langs Vlaardingen te rijden. Windje tegen, maar in een constant tempo, 28-29 km/u. Dan langs de A20 naar Maasland.
Op de Broekpolderwegrijden wat scholieren over de geasfalteerde fietsstrook en een meter of tweehonderd verderop twee grote – tja, wat zijn het? – landbouwvoertuigen?, graafmachines?, hoe dan ook, ze zijn groot en breed en vullen de hele klinkerweg. Ze rijden behoorlijk door. Ik zet de achtervolging in, lekker trillend over de klinkers en zie als ik vlak achter ze fiets dat ik de brede voertuigen niet rechts kan passeren. Teveel fietsers. Ik kijk voorzichtig of er plek is op de smalle fietsstrook aan de andere kant van de weg. De strook is leeg, geen tegenliggers, ik zet aan en met 38 km/u passeer ik de brullende monsters aan de linkerkant. Ik scheur door tot Maasland. Heerlijk.
In Maasland is het druk. Voorzichtig. Dan weer langs de A20, langs de Nieuwe Waterweg, langs ’s-Gravenzande en door de duinen terug naar Den Haag. De benen zijn goed, ik fiets constant 32-34 km/u. Maar alle kruispunten op mijn route zijn druk. Remmen, stoppen, wachten, en dan weer verder. Strava lacht me uit want dergelijke vertragingen zijn dodelijk voor een hoog gemiddelde. Op het drukke Savornin Lohmanplein zet ik Strava uit en fiets de laatste kilometer naar huis rustig uit.
Ik ben tevreden, ik heb heerlijk gefietst. Bijna 65 kilometer in twee uur en tien minuten. Dat had ik even nodig in deze duistere herfst. Zelfvertrouwen. Een goed humeur.