Nog één maand, of dingen die je niet in de hand hebt
Er zijn dingen die je als fietser, als mens, niet in de hand hebt, in voorbereiding op de Ronde van Vlaanderen.
Ten eerste: de eigen agenda. Sommige dingen zijn nu eenmaal belangrijker dan fietsen. Wat zijn dat dan voor dingen? Nou, belangrijke dingen. Kinderen, vriendin, werk.
Ten tweede: het weer. Heb ik een keer alle tijd, regent het buiten. Dan moet je mentaal van hele goeden huize komen om op de fiets te stappen. Maar voorlopig is het voorjaar niet zo beroerd als vorig jaar.
Ten derde: de gezondheid. Dit jaar is het voorjaar vroeg begonnen. Jeukende ogen en een loopneus. Hooikoorts. Maar hier geldt: “elk nadeel heb zijn voordeel”. Begin april zijn de vervelendste pollen verdwenen. Denk ik. Hoop ik.
Ten vierde: de rest van het lijf. Lees: mijn rug. Dat varieert sterk, vooral ’s ochtends, en dat is vooral afhankelijk van de omstandigheid of onze kleinste spruit ’s nachts bij ons in bed kruipt. Gaat wel weer over, dat erbij kruipen.
Verder gaat het uitstekend. De kilometers worden gemaakt. Het lijf vraagt om meer. En ook de geest vraagt om meer. Om bevestiging van de conditie. Om een lange rit. Om klimmetjes.
Komende zaterdagochtend een testrit over de Utrechtse Heuvelrug. Die heerlijke, ellendige Amerongseberg.