Fietsend de Etna op
We zijn op de Etna. Vorig jaar (2011) eindigde de 9e etappe van de Giro op de Etna. Nou ja, niet erbovenop, maar in Rifugio Sapienza, op 1892 meter hoogte. Een schitterende aankomstplek voor een etappe. Alberto Contador won de etappe. Vincenzo Nibali, Siciliaan van geboorte, werd vierde.
Vanaf Rifugio Sapienza kun je verder de Etna op, maar niet op de racefiets. En ook niet met de auto. Er gaat een onverharde weg naar boven, maar je kunt ook met een kabelbaan. Die brengt je tot op 2500 meter hoogte, nog ver van de top (3345 m). Vanaf het eindpunt van de kabelbaan kun je verder naar boven met grote Fourwheel drive vrachtwagens. Maar wij vinden de kabelbaan al duur genoeg en gaan lopend verder.
De Etna is een magische berg. Het antracietkleurige gesteente wordt overdekt met sneeuw. Op sommige plekken komt hete lucht uit de vulkaan. Het is koud op deze hoogte. De onverharde weg voert langs metershoge wanden van sneeuw.
Dan horen we achter ons gepraat dat steeds dichterbij komt. Lopen die mensen zo snel op deze steile weg? Ik kijk om en zie twee mountainbikers aankomen. Ze rijden op hun kleinste versnelling en keuvelen wat in het Italiaans. Ze zien er strak uit en ik kijk ze bewonderend aan. Die mannen hebben er immers al meer dan 2000 hoogtemeters opzitten en rijden kletsend naar boven. Als ze ons voorbijrijden groet ik ze. Fietsers onder elkaar, al weten zij dat niet. Ze groeten niettemin. En rijden kletsend verder omhoog. Geen gehijg.
Hoe ver kunnen ze omhoog? Hoe ver gaan ze omhoog? Ik zal het niet weten.