Afscheid van Lance
Zomer 1992. Ergens in Arkansas, USA, in een onbestemd motel, ’s-ochtends.
Als ik wakker word, is het aardedonker. Dit bevreemdt mij, want het is al half acht, en dan zou buiten het motel de zon al onbarmhartig moeten branden. Ik schuif het gordijn open en zie de zwartste wolken die ik ooit heb gezien. Een kwartier later, als ik gedoucht heb, is de wolkbreuk een feit en dat gaat met een spectaculaire storm gepaard. Hoewel het een fascinerend schouwspel is, loop ik na een paar minuten weg van het raam en zet de televisie aan. The Weather Channel laat ik voor wat het is en ik schakel verder, op zoek naar CBS, want er zijn belangrijke zaken die de aandacht vragen.
De eerste persoon in beeld herken ik meteen. Het is Lance Armstrong, de huizenhoge favoriet van deze Olympische wegwedstrijd. Uit het matte commentaar bij de samenvatting maak ik echter op dat het niet bepaald crescendo gaat met de Texaan. Ondanks zijn kansloze positie in de koers blijft de camera niettemin op hem gericht, terwijl ik meer belang stel in de kopgroep. Idiote chauvinisten, die Amerikanen, met hun eigen cameraploegen. Even later zie ik dat de koers gewonnen wordt door de Italiaan Fabio Casartelli, die in de sprint Erik Dekker klopt. Toch juicht ook Dekker, de sukkel. Nederlandse sporters zullen het nooit begrijpen: zilver is verre van goud. Vol walging zet ik de televisie uit. Buiten stormt en giet het nog steeds.
Een half uur later, als ik het motel verlaat, schijnt de zon weer, en getuigen alleen nog enkele plassen en wat afgerukte boomtakken van het waanzinnige weer van het voorbije uur.
Lance Armstrong is nu dan toch echt gestopt. Jammer, ik had hem graag nog een jaartje aan het werk gezien. Inclusief alle confrontaties met de pers en de dopingautoriteiten.
Ik heb altijd al een haat-liefde-verhouding met deze wielrenner gehad. Wie zeven keer de Tour wint, verdient natuurlijk diep respect. Maar hij had veel meer kunnen winnen. Moeten winnen. Nu blijft hij in mijn herinnering niet meer dan een veredelde Miguel Indurain. Indurain won de Giro, tweemaal zelfs (gek genoeg nooit de Vuelta) en was wereldkampioen tijdrijden. Lance werd ooit wereldkampioen op de weg. Maar andere grote koersen? Nou vooruit: Clasica San Sebastian, Waalse Pijl, Ronde van Zwitserland, Dauphiné Liberé, Midi Libre. Niet slecht, helemaal niet slecht. En toch nog Olympisch goud, in de tijdrit. Maar nooit een grote klassieker.
Waarom heeft Lance nooit serieus werk gemaakt van, ik noem maar een koers, Luik-Bastenaken-Luik? Of de Giro. Nee, alles monomaan in het teken van de Tour. Geweldig natuurlijk, maar ook een beetje risicoloos. Jammer.
Maar het ga hem goed verder.