Onzekerheid

Niet alleen sommige topsporters zijn onzeker over hun vorm, maar eenvoudige fietsers als ik ook. Want ik bespeur weinig vooruitgang in mijn conditie. En dat met elf etappes Corsica en zes etappes Franse Alpen in zicht.
Die onzekerheid wordt vooral aangewakkerd door de hier in het westen eeuwig waaiende wind. Met bijna continu windkracht 4 en 5 is het namelijk erg lastig om een normale training af te werken, laat staan te evalueren. Tegen de wind in is het harken en ploeteren, en met wind mee kan iedereen hard fietsen. Zelfs ik. Met die wind is een blokken- of intervaltraining afwerken nauwelijks mogelijk.
De onzekerheid wordt verder vergroot door mijn Strava-vrienden die in vergelijkbare omstandigheden kilometers per uur sneller fietsen. Oké, ze zijn misschien jonger, en rijden misschien in groepjes, maar toch.
Afgelopen vrijdag was het weer eens zover. Ik had een rondje van 75-80 kilometer bedacht. Eerst wind tegen, want die waaide met kracht 4-5 uit het zuid-zuidwesten, en daarna wind van opzij en in de rug. Zo bedacht, zo gedaan, maar het waaide niet alleen hard, de wind vond het ook nodig om gedurende mijn rit te draaien van zzw naar wzw, waardoor ik ook het derde kwart van mijn rit wind tegen had. Toen ik thuiskwam was ik helemaal uitgewoond en stond er een bedroevend gemiddelde van 26,5 km/u op de teller. Het was om mismoedig van te worden. Van Strava werd ik vervolgens niet vrolijker.
Een dag later dan. Het waaide nog steeds maar iets minder hard en vrij constant uit het zuidwesten. Het werd een rondje van 50 kilometer en dat ging best aardig. Tegen de wind in kon ik 26-27 blijven rijden en op de terugweg werd ik niet alleen naar huis geblazen maar had ik ook nog het vermogen (nou ja, alles is relatief) om flink door te trappen. Mijn gemiddelde kwam nu uit op 29,6 km/u. Dat was al om iets optimistischer van te worden.
Maar mijn onzekerheid is daarmee niet weg. Het is tijd voor windstilte en wat intensievere en frequentere trainingen. Want die Alpen komen angstig dichtbij.