De wind, mijn vriend

Ik schreef het al eerder, er zijn drie omstandigheden die het fietsen onaangenaam maken: regen, kou en wind. Vooral combinaties hiervan zijn dodelijk voor de motivatie om op de fiets te stappen.

Inmiddels jaagt de herfst onontkoombaar rond het huis en wordt het steeds lastiger om de voor mijn humeur en conditie (met andere woorden mijn complete welbevinden) noodzakelijke fietsrondjes in de wekelijkse agenda te passen. Als ik kan is het weer te slecht, en als het weer oké is, ben ik te druk met andere dingen. Heel hinderlijk.

Een en ander vereist dus een mentale reset. Omarm de vijand, luidt hier de boodschap. Keer hem op zijn minst de andere wang toe. Of definieer hem weg.

Om met dat laatste te beginnen: de kou is nauwelijks een vijand te noemen. Ten eerste kan ik me daarop kleden en de temperaturen waar beneden ik pertinent weiger om op de fiets te stappen (kouder dan nul) komen weinig voor. Althans, daar waar ik woon.

Dan de wind. Daar heb ik mij afgelopen voorjaar werkelijk wild aan geërgerd. Die eeuwige wind. Maar die ergernis is contraproductief. De wind kan me namelijk alleen maar sterker maken. Wind is immers weerstand. En is trainen niet immers het zoeken van weerstand? De wind weerhield mij al niet, maar zal vanaf nu dus ook geen vat meer hebben op mijn motivatie of humeur. De wind is mijn vriend! Fietsen met wind wordt pas vanaf windkracht 8 gevaarlijk. En hiervoor geldt hetzelfde als bij vrieskou: het komt weinig voor. Zelfs daar waar ik woon.

Houden we over: de regen. Regen is de Satan. Fietsen in de regen is bijna altijd onaangenaam en zelfs gevaarlijk. Bovendien is het de pest voor je fiets. Gelukkig regent het in Nederland nog geen 7% van de tijd. Die kunnen we dus ook prima wegredeneren.

Een rubberen geest, altijd handig. Nou die agenda nog wat leniger maken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *