Nog twee maanden
Buiten is het bar en boos: regen, wind, kou en duisternis. Binnen overdenk ik mijn zonden en mijn progressie. Nog twee maanden tot de Ronde van Vlaanderen. Hoe sta ik ervoor?
Fysiek redelijk. Ik ben nog twee kilo te zwaar, ik heb ’s-ochtends af en toe last van mijn rug en ook mijn nek zit behoorlijk vast. Anderzijds: tot nu lukt het me wel om twee keer per week in het fitnesscentrum wat krachttraining te doen. Ik mag me met eten nog wel wat matigen.
Conditioneel meer dan redelijk: de fitnesstest van afgelopen maandag wees uit dat mijn ‘cardiovasculaire fitheid’ (noem het conditie) in vergelijking tot mijn leeftijdgenoten ‘uitmuntend’ is, waarbij ik me overigens meteen afvroeg of dat misschien meer zegt over mijn leeftijdgenoten, dan over mij. Maar laat ik hier niet cynisch zijn.
Anderzijds: de maand januari is voorbij en ik heb nog maar twee keer op de racefiets gezeten. Als het weer goed was, kon ik niet. Andere afspraken, andere verplichtingen. De kleine uurtjes cardiotraining in het fitnesscentrum – fietsen, stepsen, roeien – bestendigen mijn herfstconditie slechts. Van een verbetering is geen sprake.
Wat ik mis zijn de langere fietstochten, en met langer bedoel ik langer dan twee uur. Rondjes van 60 tot 90 kilometer. Dat wordt het doel van februari. Eén keer per week een lang rondje.
Moet kunnen. Maar dan moet het wel een beetje droger worden.