Afgepeigerd
Ik dacht, ik ga het fietsjaar eens rustig beginnen. Een rondje van zo’n zestig kilometer had ik bedacht, beetje kilometers maken met een hartslag van maximaal 150.
Dat was natuurlijk enigszins naïef bedacht, want er stond een fiks windje. Die hartslag onder de 150 houden ging nog wel, maar dat betekende dat ik op de stukken met tegenwind een armzalig tempo onderhield.
En laten we eerlijk zijn, de benen zaten nog zo vol met oliebollenolie dat ik ook niet veel harder had gekund. Het was een ontluisterend tafereel.
Toen ik op 15 kilometer van de eindstreep thuis even stiekem op mijn Wahoo naar mijn gemiddelde spiekte, zag ik wat ik al wist: 25 km per uur.
Kon ik dat gemiddelde in het laatste stuk door de duinen met windje mee nog een beetje opkrikken? Het antwoord laat zich raden: nauwelijks. Ondanks de rugwind wist ik de teller ternauwernood op de 35 per uur te krijgen.
Toen ik thuiskwam deed alles pijn: mijn bovenbenen, mijn kont, mijn nek en mijn hoofd. Afgepeigerd.
Dat was een confronterend begin van 2023.