Duinwegsprint

De bestemming van mijn bergfietsweek is vastgesteld. Het wordt een week Karinthië. Eind juni. Uitvalsbasis: Villach. Zie ik er naar uit? Ja, en dan vooral naar de Passo Moistrocca, beter bekend als Vršic, in Slovenië. Vijftig haarspeldbochten in totaal, waarvan die in de noordelijke klim bestraat zijn met klinkertjes. Gezellig. In onze app-groep viel ook al het Z-woord. Maar die steile gifbeker laat ik graag aan mij voorbij gaan.
Ben ik er klaar voor? Lang antwoord kort: totaal niet.
Ik heb natuurlijk nog even de tijd, maar toch, drie maanden is kort. En de conditie is nog niet al te best. Of op zijn minst wisselvallig. Is het de leeftijd? Is het post-corona? Is het de wind? Hoe het ook zij, ik ben niet vooruit te branden.
Toch zijn er kleine lichtpuntjes. In een 90-kilometer-ritje over de Utrechtse heuvelrug ging het vorige week best aardig. Maar afgelopen vrijdag was het weer moeizaam, moeizaam.
Een dag later, zaterdag, ging ik een rustig rondje fietsen met drie vrouwen. Op de terugweg besloot één van de dames op het fietspad van de Wassenaarse slag tot Scheveningen gas te geven. Voor ik het wist had ze 100 meter. Ik ging er achteraan, maar haalde haar (10 jaar jonger, 25 kilo lichter) niet bij. Ik bleef op 100 meter hangen. En na het laatste klimmetje reed ik opeens op 150 meter. Was dat omdat ik even moest inhouden voordat ik een paar fietsers kon inhalen, of lag het aan mijn benen die op dat klimmetje behoorlijk volliepen? Ik beweer natuurlijk het eerste, maar ik weet wel beter.
Er volgde nog een laatste test: het klimmetje van de Duinweg, in het Westbroekpark. In Strava staat dit segment bekend onder de veelzeggende naam ‘80km in de benen en dan nog die Duinwegsprint’. Opnieuw gaven we gas. Ik heb het segment in Strava als ‘favoriet’ aangemerkt, dus kon ik tijdens het 500 meter lange sprintje op mijn Wahoo precies zien hoe de vlag erbij hing. Dat was frustrerend: 1 seconde voor, 0 seconde voor, 0 seconde achter, 1 seconde achter. Opnieuw was ik niet in staat bij de snelle dame in kwestie aan te pikken, maar dat vond ik minder belangrijk dan dat ik niet in staat was om er precies dát schepje bovenop te gooien om een nieuw pr te rijden.
Maar toch, tweede tijd ooit. Dus moet ik nou tevreden zijn of ontevreden? Dat laatste geeft natuurlijk wat meer stimulans. Dus als ik de volgende keer weer in de buurt ben, gaat dat pr er aan.