Stille zaterdag op de Limburgse reutemeteut
Moresnet |
Ik ben een man met een plan. Tachtig kilometer door Zuid-Limburg met wat bekende erge klimmetjes. Ongeveer de helft van het parkoers (km en hm) van wat me over twee weken in de Amstel Gold Race te wachten staat.
De eerste hindernis, de Rue de Beusdael, gelijk vanaf het vertrek in Sippenaeken, doet pijn. Ik moet er nog even inkomen, zo maak ik mezelf wijs. En dat klopt, de tweede helling, de Loorberg gaat al een stuk soepeler.
Vervolgens zet ik koers naar het altijd gezellige duo Kruisberg – Eyserbosweg. Ook daar weet ik bij de beklimming niet wat ik ervan moet denken. Ze doen geen pijn, maar ik moet op het steilste stukje van de tweede wel mijn kleinste versnelling aanspreken. Bovendien word ik op de Kruisberg door wat fietsers ingehaald. Te weinig kracht in de benen. Maar echt pijn doen ze niet, daarvoor zijn ze te kort. Wie de Tre Cime di Lavaredo heeft bedwongen, moet natuurlijk, zelfs aan het begin van het seizoen, een beetje lachen om de Eyserbosweg.
Overmoedig geworden rijd ik met een lekker tempo de altijd fraaie Fromberg op. Die overmoed breekt me een aantal kilometers verder op de Gulperberg behoorlijk op. Hijgend kom ik boven om vervolgens kilometers lang over de hoogvlakte van Crapoel tegen de straffe zuidenwind in te moeten beuken.
Na een razende afdaling naar Epen volgt de Camerig. Die doe ik – met voorbedachten rade, heel laf – in twee delen. Halverwege de klim pauzeer ik even voor een stuk vlaai en een cola. Ik waai een beetje weg op het terras, dus ik ga gauw weer verder. Op het tweede deel van de Camerig haal ik de een na de andere fietser in. Ik groet ze vriendelijk.
Op de Pas van Wolfhaag voel ik mijn benen inmiddels pijn doen, maar omhoog naar het Drielandenpunt(vanuit Gemmenich) gaat het weer soepel. Altijd weer een mooie klim. De tweede klim over de Wolfhaag doet opnieuw pijn.
Ik kijk op mijn fietscomputer en zie dat ik, als ik rechtstreeks terugfiets naar standplaats Sippenaeken nauwelijks aan de 70 kilometer kom. Aangezien ik 80 kilometer in mijn hoofd heb, besluit ik nog een extra rondje via Moresnet te rijden. Bij aankomst staat er (bijna) 80 kilometer en ruim 1300 hm op de teller. Moe, maar voldaan, zo luidt het cliché. Laat de AGR maar komen.
Bordjes op de knieën:
parkoers: 8
conditie: 7
kracht: 5
plezier: 9