Piccolo giro a Toscana
Vinci |
Weet je waar je mooi kunt fietsen? In Toscane.
We staan op een camping op dertig kilometer ten westen van Firenze, tussen Castra en Carmignano. Op 400 meter hoogte met uitzicht over het dal van de Arno. Elk fietsrondje zal dus eindigen met een klim.
Overdag is het ruim 30 graden. Aangezien ik het niet prettig vind om in de hitte te fietsen, vereist dat telkens een vroeg vertrek. Een snel en karig ontbijt en dan wegwezen.
Toscane biedt de ideale fietsomgeving. Een prachtig afwisselend landschap: bossen, velden, wijngaarden, olijfboomgaarden, zonnebloemenvelden, mooie dorpen, lelijke dorpen. De wegen zijn over het algemeen goed. Je kunt er heerlijk klimmen, hetgeen prachtige uitzichten oplevert. De mensen zijn er vriendelijk en behulpzaam. En er zijn veel andere fietsers – voornamelijk Italianen uit de streek – waarmee je je krachten kunt meten.
Vanuit Carmignano daal ik af in de richting van Prato en rij door het dal via Quarrata naar Casalguidi. Ik wil over de weg die op mijn kaart als groen is gemarkeerd. Over de Monte Albano naar Vinci.
Het is een werkelijk schitterende klim. Althans, de klim past precies bij mijn beperkte capaciteiten. Niet steil, 5 tot 7%; niet te lang, een kilometer of zes; en prima asfalt. Rustig rij ik naar boven, ik forceer me niet. Na een kilometer of drie klimmen word ik ingehaald door een Italiaan op een rode Wilier. Mooie fiets. Geschoren benen. Hij groet me niet en rijdt stevig door.
Wat zullen we nou krijgen? Ik groet alle fietsers die ik tegen kom of passeer en dan dit. Ik laat hem even gaan en besluit dan om te proberen om hem bij te houden. Ik schakel een versnelling zwaarder en een hartritme hoger. Dat gaat prima. Hij rijdt 70 meter voor me en de afstand tussen ons lijkt niet meer groter te worden.
Als ik gewend ben aan mijn hogere hartslag en cadans kom ik tot de wat overmoedige conclusie dat het klimmen steeds beter gaat. Klimmen is leuk!
Ik kijk op mijn hoogtemeter, zie dat ik inmiddels op 350 meter hoogte rijd en schat in dat ik niet veel meer nog dan zeventig of tachtig meter zal hoeven klimmen. Ik heb nog wat over, denk ik, zet nog eens aan, en tot mijn plezier zie ik dat de Italiaan op zijn Wilier steeds dichterbij komt. Hij gaat nog wel als eerste over de top, maar ik zit vlak achter hem. Hij kijkt om, ik grijns, hij groet opnieuw niet, maar schakelt bij en stort zichzelf de afdaling in. Hij doet maar. Ik neem een slok uit mijn bidon en kijk om me heen. Ik geniet.
Ik daal voorzichtig af naar Vinci, de geboorteplaats van Leonardo, en klim vervolgens via Vitolini terug naar de camping. Dat was nog eens lekker fietsen.
(Bijna 50 km, ruim 1200 hm) (Casalguidi was overigens de woonplaats van Franco Ballerini (1964-2010), een van mijn helden)
Het is daar toch fantastisch!! Het lijkt me geweldig om een keer te doen!