Cognitieve dissonantie reductie
Gisterenochtend had ik even niks te doen en werd ik geconfronteerd met een drie uren durend tijdvenster waarna de volgende activiteit op het programma stond. “Waarom ga je niet even fietsen?”, vroeg mijn vriendin, die net meer dan een uur had hardgelopen. Ja, waarom ook niet? Ik zat net in de weekendkrant gedoken en mompelde wat over natte, vieze wegen en fietspaden, maar dat maakte weinig indruk.
In het minst nog op mezelf, want na mijn vorige tochtje had ik mijn fiets nog niet schoongemaakt. Die hing nog lekker goor in de schuur.
Ik heb mijn fiets inmiddels drie jaar. Maar als ik hem heb gepoetst ziet die er nog bijna uit als nieuw. Een paar minuscule krasjes, meer niet. Ik ben er dan ook erg zuinig op. Maar toch, toch bespeur ik bij mezelf een zachtjes glijdende moraal. Schuivende normen. Want zoals gezegd, die fiets hangt inmiddels al anderhalve week vies in de schuur. Ik heb nog niet de moeite genomen hem schoon te maken
Ik stapte de voordeur uit. Even checken. De straat was redelijk droog. Koud was het wel. En het waaide. Niet mijn favoriete weersomstandigheden, maar de verlokking was te groot.
Een kwartier later klikte ik mezelf vast aan de pedalen en reed de straat uit, de stad uit. Via de Glazen Stad naar Hoek van Holland. Harde wind tegen. De straten waren natter en viezer dan gedacht. Op de terugweg begon het te regenen, hard te regenen zelfs. Maar het deed me niks. Na anderhalf uur was ik weer thuis. Nat, koud, vies en moe. Dat fijne gevoel bleef de rest van de dag om me heen zweven.
Mijn fiets hangt nu weer in de schuur. Twee keer zo goor als gisterenochtend. Maar ach, als het een beetje beter weer is dan nu, geef ik hem wel weer een fijne poetsbeurt. En bovendien: in het voorjaar zal ik de ketting en de tandwielen achter toch moeten vervangen.
Als dat geen cognitieve dissonantie reductie is.