Metabolische leeftijd: 36
Het is winter en dus koud en nat buiten. Daarom ga ik twee keer per week naar het fitnesscentrum. Beetje fietsen, beetje roeien, klein beetje krachttraining voor mijn rug.
In het fitnesscentrum geven ze ook spinninglessen en dat lijkt me wel wat. Om dat spinnen en mijn andere training effectief te doen, raadt één van de aanwezige trainers me aan eerst een zogeheten maximale inspanningstest te doen. Even mijn maximale hartslag (HFmax) meten.
Nou vooruit, denk ik, al weet ik die wel ongeveer van het fietsen in de heuvels: zo’n 190 bpm. En mijn HFmlss, de hartslag die ik lang kan volhouden en waarbij ik net niet ‘verzuur’, ligt rond de 170 bpm. In de praktijk vastgesteld en telkens weer bevestigd. Maar meten is weten, en dat is altijd leuk (zowel het meten als het weten), en een beetje wetenschapper probeert zijn hypotheses te falsificeren.
Van falsificeren is evenwel geen sprake. Maximale hartslag: 192! Die vuistregel van 220 minus je leeftijd slaat dus helemaal nergens op. Maar dat wist ik al.
Voordat ik de test deed, moest ik eerst op de weegschaal. Niet zo maar een weegschaal, maar een lichaamsvetmeter. Hoe het werkt, geen idee, ik heb er eerlijk gezegd niet zoveel vertrouwen in, maar de uitkomst van die meting baart me toch enige zorgen: gewicht: 85 kg, vetpercentage: 18%. Dat kan wel wat minder. Al zie ik dat in de spiegel ook wel.
Ik krijg een printje van de uitkomsten mee. Bij thuiskomst zie ik op het printje een even interessante als raadselachtige waarde: metabolische leeftijd: 36. God mag weten wat dat betekent, die metabolische leeftijd. Maar de uitkomst spreekt me bijzonder aan. Ik ben opeens 15 jaar jonger!
Dat geeft de burger moed.
Zou je naarmate je langer traint bij die club, dan ook steeds jonger worden? 😉
Relatief gezien wel, denk ik.