K-k-koud
In het onder wandelaars bekende gezegde ‘Er bestaat geen slecht weer, alleen slechte kleren’ zit een kern van waarheid. Maar die waarheid geldt bij het fietsen in de kou maximaal twee uur. Zo ondervond ik vrijdag weer eens.
Het was drie graden, de gevoelstemperatuur lag op het vriespunt, en ik had mijzelf goed ingepakt. Ik had mijn dikke neopreen overschoenen aangetrokken, een buff over mijn hoofd tot een muts gevouwen, een tweede buff om mijn hals en vier laagjes over mijn bovenlijf getrokken: een zweetshirt, een windstopper, een wielershirt en een lekker warm jasje. Het geheel afgetopt met mijn nieuwe dikke fietshandschoenen.
De eerste twintig kilometer had ik windje mee, dus dat was lekker doorfietsen en op temperatuur komen. Die lichaamstemperatuur werd echter in de twintig kilometer daarna, met een ijzige wind tegen, geleidelijk afgebroken. Ik had bijna drie weken niet gefietst (te druk, te slecht weer) en was niet in staat om lekker door te stampen. Mijn tenen werden koud en ook begon ik langzamerhand mijn vingertoppen te voelen.
De laatste vijftien kilometer stond de wind overwegend van opzij, maar echt hard kwam ik niet meer vooruit. De kou was ondanks de goede kleding langzaam maar zeker in mijn lijf getrokken. Toen ik thuiskwam moest ik echt even gaan zitten. Even wat eten en daarna een hete douche.
Conclusie: twee uur fietsen is met deze kou echt het maximum, althans voor mij. En het lijkt er de komende weken niet veel beter op te worden. Het alternatief: de ondraaglijke saaiheid van het fitnesscentrum. En ondertussen verlangen naar het voorjaar.