Gesoigneerd Italië
Ape! |
Gesoigneerd, dat is het juiste woord. Gesoigneerd, dat is wat Italië tot Italië maakt. Het landschap, de steden, het is van een ongeëvenaarde schoonheid. De mensen kleden zich stijlvol en zorgvuldig. Het Italiaanse industriële design is toonaangevend. En dan de liefde en aandacht die aan het eten wordt besteed. Gesoigneerd.
Ook voor fietsers is Italië het beloofde land. Wielrennen is er religie en de Italiaanse racefietsen en -onderdelen zetten al eeuwen de standaard in techniek en ontwerp. De rest is namaak, prut. Alle fietsers doen hun best er zo goed mogelijk uit te zien. Glimmende fietsen, bijpassende kleding, geschoren benen.
Clichés natuurlijk, de werkelijkheid is weerbarstiger, veelkleuriger. Smeriger ook. De binnensteden worden geterroriseerd door stinkende scooters. De overal reutelende en roestende Piaggio Apes zijn niet bepaald een toonbeeld van fijnzinnig design. De stedelijke buitenwijken en randen zijn soms buitengewoon lelijk.
Wat het fietsen betreft: de meeste Italiaanse raceframes worden inmiddels in Taiwan geproduceerd. En als er iets niet gesoigneerd is, dan zijn het wel de Italiaanse wegen. Of je nou in Ligurië fietst, in Toscane, le Marche of de Dolomieten, je zult als fietser altijd beducht moeten zijn op scheuren, gaten, kuilen en hobbels in het asfalt. Op tijdelijk gestaakte wegwerkzaamheden en hele stukken onverharde weg die daarvan het gevolg zijn. Op grind en steenslag. Het is volstrekt onvoorspelbaar wat je zult aantreffen, en soms ronduit levensgevaarlijk.
Wat wel een absolute werkelijkheid is: dat van die glimmende fietsen, bijpassende kleding en geschoren benen. Vooral dat laatste. Iedereen, werkelijk iedere fietser, van jong tot oud, heeft zijn benen geschoren. Het lijkt een onverbiddelijke dresscode. Ik voel me er wat ongemakkelijk bij. Ik ben sowieso niet zo van deze dresscode. Gedoe.
Maar ik word er gedoogd, met mijn Duitse fiets (van weliswaar verblijdend hoogwaardige klasse), mijn zwarte sokken en mijn ongeschoren benen. Sterker nog, elke fietser groet me. En ik groet terug. “Ciao!” Kom daar eens om in Nederland.
Italië, ik voel me er welkom, ik voel me er thuis. Die scheuren en gaten in de weg neem ik dan ook graag voor lief.