Trois cols, gezellig!
Erge bergen 38, 39 en 40: Col de la Cayolle, Col des Champs, Col d’Allos
Dag twee van onze week in de Franse Alpen. Vandaag de Koninginnerit, bijna 130 kilometer over drie cols: de Col de la Cayolle, de Col des Champs en de Col d’Allos. Waarom vandaag al deze zware rit? Simpel: vanwege het weer. Vandaag is het droog en zonnig. Warm zelfs.
Het rondje is een klassieker. Zowel voor linksom als rechtsom is wat te zeggen. Wij doen hem met de klok mee en dat betekent relatief makkelijker beklimmingen van de Cayolle en de Allos, maar de zwaardere kant van de Champs en een naar verluidt gevaarlijke afdaling van deze zelfde col. Aangezien ik kan klimmen noch dalen heb ik geen voorkeur.
Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: de noordzijde van de Col de Cayolle (2326m) is werkelijk een geweldige beklimming. Ten eerste is die met zijn geringe stijgingspercentages uitstekend geschikt voor sukkels zoals ik. Alleen in de laatste 5 kilometer gaat het met 6% of iets meer omhoog. Prima te doen. Ten tweede voert de pasweg door het schitterende en woeste berglandschap van het Parc National du Mercantour, waarvan de hoogste toppen de 3000 meter aantikken. In een stevig maar fijn ritme maal ik naar boven. De enige verstoring wordt teweeggebracht door enkele groepjes motorrijders. Duitsers, Nederlanders, Italianen. Verder is het stil.
De afdaling is eerst haarspeldbochtig en vervolgens snel. Na een kilometer of 20 dalen (ik ben veruit de traagste daler van onze groep van zeven) stamp ik door St. Martin en zie ik opeens Rolf staan. “Hier naar rechts!”, roept hij. Ik knijp vol in de remmen en schakel snel naar mijn kleine voorblad. Want ik zie: hier gaat het weer omhoog. Drie van ons groepje zijn blind doorgestoven, maar wij beginnen met zijn vieren gewoon aan de volgende klim: de Col des Champs.
De Col des Champs is geen pretje. De klim van 16 kilometer overbrugt ruim 1000 hm en kronkelt het grootste deel met 8% omhoog. De zon brandt op mijn helm en na een kilometer of zeven klimmen breek ik. Opeens. Honger, dorst en lege benen. Ik stop even, eet een banaan, en drink één van mijn bidonnen leeg. Na twee minuten rij ik verder en worstel me naar boven. Ik tel de hoogtemeters af. De laatste kilometers van de klim zijn schitterend, dat weet ik nog net op te merken.
De afdaling van de Col des Champs blijkt mijn ergste nachtmerrie. Kronkelig, smal, onoverzichtelijk, steil, en een slecht, heel slecht wegdek: kuilen, gaten, scheuren, hobbels, veeroosters en losliggend grind. Levensgevaarlijk.
Als ik met flinke achterstand op de anderen en met pijn in mijn vingers van het remmen beneden kom, ben ik helemaal kapot. Moe, honger, dorst. We fietsen naar Allos, waar bij aankomst blijkt dat een lunch op dit tijdstip (het is inmiddels al voorbij half drie) niet meer te krijgen is. Alle keukens zijn dicht. Tja, Frankrijk. We zakken neer op een terrasje en bestellen een koude cola. Aan de overkant van de weg koopt Pieter een paar sandwiches in een kleine supermarkt. Ik dwing de cola en de sandwich ham-kaas naar binnen, maar heb me wel eens beter gevoeld. En we moeten nog één col. Een weinig aanlokkelijk vooruitzicht.
De drie mannen die de afslag hebben gemist liggen een uur op ons achter, zo blijkt. Wachten heeft geen zin. We fietsen door.
De weg gaat rustig, met zo’n 5-6% omhoog. Na een kilometer of negen rijden we door La Foux-d’Allos, een lelijk ski-oord. Vandaar gaat het steiler omhoog. Hoewel ik er behoorlijk doorheen zit en veroordeeld ben tot mijn kleinste versnelling, geniet ik van de klim en het landschap. Vanaf ver is de top van de Col d’Allos (2247m) al te zien. De weg ligt in grote slingers tegen de kale bergwand gevouwen. Ik zie de anderen enkele bochten verder boven mij rijden. Als ik boven kom, ben ik blij. Ik heb het gehaald.
Het loopt tegen het eind van de middag en het is fris boven. Ik trek mijn mouwstukken en mijn windstopper aan. We gaan dalen. De afdaling is prachtig, met fraaie doorkijkjes naar het dal van de Ubaye.
Als we in St. Pons aankomen heb ik ruim acht uur op de fiets gezeten, 128 kilometer afgelegd en ruim 3300 hoogtemeters bedwongen. Klaar voor vandaag.
Bier!