Onwetendheid
In d’n afzink… |
De batterij van mijn fietscomputer was bijna leeg en ik ging drie dagen in de Ardennen fietsen. Nu ben ik gewoonlijk een man van de statistieken en kijk ik op lange tochten regelmatig op mijn teller, dus ik was danig onthand. Wat is mijn hartslag, hoe ver heb ik al gefietst, hoe ver moet ik nog, hoeveel moet ik nog klimmen? Zulke vragen houden mij al fietsend permanent bezig. En maar klikken op mijn metertje. Een beetje manisch, ik geef het meteen toe.
En nu maakte mijn fietscomputer dus geen verbinding meer met mijn voorwiel, noch met mijn hartslagband of cadansmeter. Alleen de thermometer, de klok en de hoogtemeter deden het nog.
Dat was even wennen de eerste dag. Zeker toen aan het eind van de dag bleek dat ook de batterij van mijn telefoon was leeggelopen en Strava de registratie van mijn rit had gestaakt.
De tweede dag zat ik evenwel met een geheel andere mentaliteit op de fiets. In een volstrekt serene stemming fietste ik rond. Genieten ging ik. Die statistieken konden mij gestolen worden. Nou ja, niet helemaal natuurlijk, ik had mijn hoogtemeter. Maar dat was meer dan genoeg.
Toen we na vele uren klimmen en dalen in de Ardennen het eindpunt van de dag – Dinant – naderden, kon ik het echter niet laten. “Hoeveel kilometer hebben we eigenlijk gereden?”, vroeg ik aan mijn vrienden. “Honderdvijftig”, was het verbijsterende antwoord.
De gebruikelijke man met de hamer na 100 kilometer? Niet gezien. De benen? Die voelden nog goed. Afgezien die dag? Nergens.
Vorm.
Nu blijf ik zitten met die ene prangende vraag: is vorm nu fysiek of vooral psychisch? Wat is hier oorzaak en wat gevolg? Wat ik wel weet: onwetendheid fietst prima.
Desondanks heb ik twee dagen later toch maar een nieuwe batterij in mijn fietscomputer gezet.