Rallarvegen
Erge bergen 118: Myrdal
We zijn in Noorwegen. En daar ligt een beroemde fietsroute: de Rallarvegen.
Toen aan het einde van de 19e eeuw werd besloten om Oslo (toen nog Christiania geheten) via een spoorweg met Bergen te verbinden, dwars door het woeste en nauwelijks ontsloten hoogland van Noorwegen, werd er als eerste een weg aangelegd om arbeiders en materieel te kunnen verplaatsen: de Rallarvegen.
De spoorlijn kwam in 1909 gereed, maar de Rallarvegen bleef bestaan. Sinds 1974 is de Rallarvegen in gebruik als fietsroute. De weg loopt van Haugastøl (900 m) via Finse (1222 m) naar Flåm, dat aan het Aurlandsfjord, een zijtak van het grote Sognefjord, en dus op zeeniveau ligt. Het hoogste punt van de route, tussen Finse en Myrdal ligt op 1341 meter boven de zeespiegel.
Myrdal kan worden beschouwd als een klein spoorwegknooppunt. Hiervandaan vertrekken treinen naar Finse, Flåm en Voss (en verder naar Bergen).
Wij verblijven in Flåm en hebben twee opties: 1) met de trein naar Myrdal, daar fietsen huren, verder fietsen richting Finse, op een zeker moment omkeren en afdalen naar Flåm; 2) fietsen huren in Flåm en naar Myrdal fietsen en vandaaruit, als we nog zin hebben, nog een stukje doorfietsen richting Finse, omkeren en weer terug naar Flåm.
We kiezen voor optie 2 want we vinden optie 1 te duur worden. Fietsen huren kost 440 NOK (40 euro) en een enkele reis Flåm-Myrdal al gauw 45 euro, een idiote prijs. Optie 2 is de bikkelversie, want Myrdal ligt op 870 meter hoogte, en het schijnt dat we vlak voor Myrdal een drietal steile kilometers voor de wielen krijgen. Ik ben benieuwd.
De fietsen die we huren (we zijn vandaag met zijn vieren) houden het midden tussen een mountainbike en een stevige stadsfiets. Brede banden, negen versnellingen, spatborden en een handige bagagedrager met ouderwetse klem.
Als we vertrekken is het half bewolkt, maar er is ook regen voorspeld. Dat betekent kort-kort bij vertrek, maar ook een warm fietsjasje en een regenjasje mee.
Vanuit Flåm stijgt de asfaltweg langzaam maar geleidelijk, met slechts een paar steilere stukjes, al hoef ik daar nooit mijn kleinste versnelling aan te spreken. De weg loopt min of meer parallel aan de spoorlijn, die dan weer links en dan weer rechts van ons, dan weer boven en dan weer onder ons loopt. Na 12 kilometer, we zitten dan inmiddels op 460 meter hoogte, gaat het asfalt over in een onverharde weg: gravel. De weg voert langs een woeste bergbeek met enkele watervallen en stijgt nog een 120 hoogtemeters door. Het uitzicht op de bergen om ons heen, met talloze watervallen, is werkelijk spectaculair.
Maar dan is het uit met de pret en worden we geconfronteerd met een steile muur van grof gravel, waarbij het enkele kilometers met meer dan 15%, tot zelfs ver boven de 20% kronkelend door vele haarspelden omhoog gaat. Dat gaat zelfs mijn benen te ver en af en toe moet ik van de fiets en lopend en fietsduwend naar boven. Inmiddels is het begonnen met regenen en is het behoorlijk fris geworden.
Dan een afslag. Rechts gaat het naar Myrdal en links naar het begin van de ‘Zipline’ een spectaculaire tokkelbaan die het dal in sjeest waar we zojuist vandaan zijn gekomen. We gaan naar rechts, nog een klein stukje steil omhoog en zien vervolgens om de bocht Myrdal liggen, een gehucht met wat huizen, boerderijen en een station. We zijn boven.
We fietsen door naar het station en daar blijkt dat we om verder te fietsen in de richting van Finse, de Zipline-afslag hadden moeten nemen. Eerst maar eens schuilen, opwarmen en bijkomen in de fraaie en behaaglijke stationsrestauratie. Cola en taart, dat hebben we wel verdiend.
Na een half uur lijkt het droog en gaan we terug. Bij de splitsing houden we rechts aan en vervolgens gaat het weer verder omhoog. We kruisen de spoorweg en dan gaat het opeens steil en over losse stenen naar beneden. Jos en Gaby vinden het wel welletjes en gaan terug, Pelle en ik fietsen door en komen even later langs twee verstilde bergmeren. Dan keren ook wij na deze extra kilometers om. We gaan terug.
De steile grindafdaling is even spannend. Ik heb bewondering voor Pelle die veel sneller en gedurfder naar beneden schiet; ik hang daarentegen continu angstig in de remmen en wring mezelf als een oud wijf (dixit Mart Smeets) door de haarspelden. Maar na het steile stuk is de rest van de weg terug een heerlijke afdaling, ook al regent het inmiddels flink en is de onverharde weg goor en modderig geworden. Met een enorme vaart suizen we terug naar Flåm. We leveren de fietsen in en soppen in onze doorweekte en bemodderde schoenen terug naar ons hostel. Tijd voor een koud biertje en een lange, hete douche.
Hoogteprofiel (voor even) van Climbfinder.com getrokken.