Fietslandschappen 36: De Achterhoek
In het afgelopen Paasweekend was ik samen met mijn vriendin en jongste zoon (14) in Zutphen. Even in een andere omgeving. Op Paaszondag, de dag van de Ronde van Vlaanderen, gingen we een rondje fietsen. Ik had een route van 65 kilometer uitgezet, via Vierakker, Wichmond en Vorden, langs Ruurlo, door Barchem, langs Lochem en binnendoor via Gorssel weer terug naar Zutphen. Er stond een koud windje en de lucht was grijs.
Ons rondje voerde ons langs de IJssel, over de Baakse Beek, de Veengoot, de Berkel en het Twentekanaal, langs kastelen en boerderijen, door gehuchten, landgoederen en dorpen, langs koeien, paarden, lammetjes, kraaien, ganzen, buizerds en ooievaars, langs felgroene weilanden, lichtbruine akkers en bruingroene bossen, over geringe hoogteverschillen (microreliëf) en zelfs langs een heus stukje pleistocene stuwwal (de Lochemse berg), en – dat was het allermooiste – over een combinatie van asfalt, klinkerwegen (lekker trillen en stuiteren) én onverharde bospaden. Lekke-banden-spanning. Het was de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix (nou ja, met een beetje fantasie), en de Strade Bianche ineen. Het was schitterend.
En het was rustig, dat vooral. Er waren op deze koude Paasdag nauwelijks fietsers of auto’s op de weg, waardoor we extra in staat werden gesteld te genieten van de pracht van de Achterhoek. Het genot werd slechts af en toe verstoord door gemopper uit mijn minipelotonnetje, over een volle blaas, een pijnlijk zitvlak, koude voeten en vermoeide benen. En eigenlijk was dat het enige dat in deze duistere Coronatijden aan ons rondje ontbrak: de gelegenheid om halverwege ergens in een warme uitspanning een hete chocomel met een stuk appeltaart te verorberen, even uit te rusten, en te beseffen dat de Achterhoek tot de mooiste fietslandschappen van Nederland behoort.
***
Mooi hè? Welkom 🙂 Er zijn overigens in deze covid-tijd ook in die omgeving best veel gelegenheden met koffie-to-go, waar natuurlijk ook warme choco en appeltaart tot de mogelijkheden behoren, maar inderdaad op zo’n gure dag is even binnen kunnen zitten wel heel fijn.
We kwamen halverwege door Zwiep. Daar was een coffee to go open, maar we reden een beetje dommig door. In Gorssel wonen vrienden van ons. Daar konden we even opwarmen.
Bij Kasteel Vorden – maar toen waren we net op weg – kon dat ook, zo’n coffee to go. Daar stond een bordje: ‘Geen toegang voor honden en fietsers’. Dat klonk wat onwelkom. Ik denk dat ‘fietsen’ werd bedoeld.