Amsterdam fietshoofdstad. Huh?
Toen ik een boek in mijn handen kreeg met als ondertitel Hoe Amsterdam de fietshoofdstad van de wereld werd, moest ik lachen. Want is fietsen in Amsterdam niet spelen met je leven? Dan is zelfs Den Haag een verademing.
Maar goed, ik werd ook nieuwsgierig en begon te lezen. En ik bleef lezen. Fietsstad Amsterdam beschrijft de recente geschiedenis van de Amsterdamse stedenbouwkunde en ruimtelijke ordening vanuit een interessant perspectief: de positie van de fiets en de fietser in het verkeer, in de publieke ruimte, in de stad. Die geschiedenis laat zien dat stedelijk beleid altijd in interactie is met zijn omgeving en altijd maatschappelijk draagvlak vereist. Het laat ook zien dat collectieve actie – uiteindelijk – een groot effect kan hebben op de leefbaarheid van de stad. Langzamerhand wordt de auto uit de stad en met name uit de binnensteden geweerd, ten gunste van het openbaar vervoer en de fiets. Met wortel, stok en preek.
Fietsstad Amsterdamis een prachtige kroniek geworden, het leest als een trein (oeps!) en is rijk geïllustreerd met vele foto’s, schetsen en affiches. In de kracht van het boek, de minutieuze focus op één stad, Amsterdam, ligt echter ook een zwakte, want voor een vergelijkend warenonderzoek is geen plaats. Geen woord over hoe het in andere steden is aangepakt. De ondertitel is dan ook wat vreemd en aanmatigend.
Dat neemt niet weg dat het boek voor stadsgeografen, planologen, stedenbouwkundigen en stadsbestuurders uiterst leerzaam leesvoer is. Maar als fietsende stedeling weet ik ook: er is nog een lange weg te gaan. Steden staan pas aan het begin van de fietsrevolutie. Ook gij, Amsterdam.
Fred Feddes & Marjolein de Lange (2019) Fietsstad Amsterdam. Hoe Amsterdam de fietshoofdstad van de wereld werd. Amsterdam: Uitgeverij Bas Lubberhuizen, 224 p. € 29,99.
(Ook verschenen in tijdschrift Geografie)