Fietslandschappen 27: Ligurië
Ik dacht altijd dat Ligurië een welgestelde provincie was. Totdat ik er ging fietsen. Het is er linke soep: scheuren, kuilen en gaten in de wegen. Kleine gaten, grote gaten, tot 30 centimeter diep. Vooral de kleine paswegen (de witte weggetjes op de kaart) zijn slecht. Verklaarbaar natuurlijk: de winters zijn ijskoud en de zomers snikheet. Daar is asfalt nauwelijks tegen bestand. Voeg daarbij het op de weg liggend gevallen gesteente en je begrijpt dat fietsen in Ligurië een avontuur is.
In de oksel van de laars. Ik geef toe, het is een wat kromme metafoor om aan te duiden waar Ligurië ligt: in een smalle strook langs de Middellandse Zee, van de Franse Rivièra, via de hoofdstad Genua tot aan La Spezia. Ligurië is prachtig gelegen tussen de bergen en de zee. Vanaf de mooie kust gaat het vrijwel meteen omhoog, de Apennijnen in of, in het westen, de uitlopers van de Alpen. Een dunbevolkt binnenland.
Vandaag heb ik mijn zinnen gezet op de Colle del Melogno. Altijd leuk, een col. Vanuit Calice Ligure, waar ik verblijf, is de col van twee kanten te beklimmen. Eerst neem ik de ‘klassieke’ weg. Die start in badplaats Finale Ligure en voert in 16 kilometer naar 1028 meter hoogte. Het is avond en nog warm van de dag. De weg voert bijna constant met 6-7% omhoog, met een paar korte uitschieters naar boven. De uitzichten zijn geweldig, het asfalt is onberispelijk en nergens heb ik het moeilijk. Rustig hijgend maal ik omhoog. De zon staat laag en geeft het landschap zachte tinten oranje en groen.
Boven op de col bevindt zich een oud fort. De weg voert er onderdoor. Het restaurant aan de andere kant heeft ooit betere tijden gekend en is gesloten. Het staat er vervallen en treurig bij. De ijskoude cola die ik hier als beloning in gedachten had, kan ik vergeten.
Twee ochtenden later beklim ik de col nog een keer, maar nu neem ik de ‘witte’ weg vanaf Calice Ligure. Deze oostelijke beklimming is zwaarder, want in de eerste kilometers veel steiler dan de klim vanuit Finale Ligure. Het gaat met 9-10% omhoog over verschrikkelijk asfalt. Het is heet en het zweet druipt kriebelend van mijn voorhoofd. Waar het kan, zoek ik de schaduw van de bomen op.
Op de top van de col, voor het vervallen restaurant, staat nu een mobiele koffiebar. Een bestelwagen met een mannetje met koffiemachine, een koelkast en wat Italiaanse zoete en hartige lekkernijen. Een paar motorrijders staan koffie te drinken. Ik koop een heerlijke koude cola.
Vervolgens suis ik via het fort naar beneden.