Koersen over kasseien

Er zijn er niet veel meer in Nederland: wegen geplaveid met kasseien. Kasseien, ook wel kinderkopjes genoemd, zijn vierkant gehouwen brokken natuursteen die eeuwenlang werden gebruikt om belangrijke verbindingswegen te verharden. In Frankrijk, België en Duitsland komen wegen met kasseien nog vaker voor, zowel op het platteland als in dorpen en steden. Ze geven het landschap en die dorpen en steden een authentieke en soms wat nostalgische uitstraling.

Er overheen fietsen is geen pretje. De polsen trillen, de kuiten schudden, de ketting zwiept en het carbon frame kraakt en zucht. Het bewust befietsen van kasseiwegen grenst aan het sadomasochistische. De hunkering naar de heroïek van Parijs-Roubaix en de Ronde van Vlaanderen: het Bos van Wallers, de Oude Kwaremont. Mijn liefhebberij is het niet, maar ik kan me iets bij het verlangen (pijn is fijn!) voorstellen.

Hoe het ook zij, als je per se over kasseiwegen wil fietsen, hoef je niet meteen naar Vlaanderen af te reizen. Dat kan namelijk ook in Nederland, in Zeeuws-Vlaanderen bijvoorbeeld, of in Noord-Brabant. In het prachtige Koersen over kasseien en kiezelstenen in Nederland laat planoloog en wielerliefhebber Martijn Sargentini zien waar dat (nog) kan. Hij bespreekt in een vlotte en aanstekelijke stijl de belangrijkste en meest gevreesde kasseistroken in Nederland – van de deels onverharde Zuiderkwelweg in de Wieringermeerpolder en de prachtige, korte klim van de Maasberg in Elsloo (Limburg), tot de zwaarste van allemaal: de Timmermansweg/Smokkelweg in Zeeuws-Vlaanderen. Hij voorziet die besprekingen zowel van wielerhistorische als historisch-geografische context. Het boek is daarmee niet alleen een must voor wielerliefhebbers en fietsers, maar ook een aanrader voor plattelands- en historisch geografen. Weten jullie bijvoorbeeld waar het woord macadamweg vandaan komt? Ik wist het niet, maar nu wel. En weten jullie hoe je het best over die kasseiwegen kunt fietsen? Dat wist ik dan weer wel: zo hard mogelijk, al liggen theorie en praktijk in mijn geval enigszins uit elkaar.

Het boek is voorzien van overzichtelijke en fraai vormgegeven kaartjes en is gelardeerd met vele schitterende foto’s. Ook sprak Sargentini met (oud-)wielrenners zoals Servais Knaven, Maarten Tjallingii en Chantal Blaak over hun haat-liefdeverhouding met het koersen over de kasseien. De alles overheersende boodschap in het boek is: ga op zoek naar de historische kasseiwegen voor ze allemaal verdwenen zijn, fiets er overheen, voel dat je leeft en geniet!

Aan mij is dat gehobbel overigens maar matig besteed. Mijn hunkering naar de ‘Hel van het Noorden’ is een laf verlangen vanuit de leunstoel, met een biertje erbij en een bakje pinda’s ernaast. Met de televisie aan of dit prachtige boek op schoot.

“Net als bij het betreden van een oude burcht of kathedraal maakt ook de aanblik van oude wegen de traagheid van tijd voelbaar. Kasseiwegen zijn als die vertragingsruimtes waarin de beleving haar tempo verlaagt, en ergens tijdens dat oponthoud doet de schoonheid haar werk. Geruisloos en onopgemerkt, en zonder dat er werkelijk iets aan de wegen verandert, maakt de tijd ze almaar mooier.” En zo is het.

Martijn Sargentini, Koersen over kasseien en kiezelstenen in Nederland, Houten: Unieboek / Spectrum, 214 p., € 24,99

(Verschenen in tijdschrift Geografie, april 2018)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *