Het perfecte biertje en een bak met regen

Erge bergen 53: Passo Palade
Woensdag 28 juni. Wat staat er vandaag op het programma? Een rondje, via de Passo Palade en de Passo Mendola. Of andersom, afhankelijk van het weer. Er is regen voorspeld, maar de buien zijn zeer plaatselijk. En koud is het niet. Eerder warm en klam. Ach, we zien wel.
In Lana besluiten we eerst over de Passo Palade te fietsen. Ik heb geen idee wat me te wachten staat, want in ons routeboek stond alleen een geruststellend hoogteprofiel van de klim van de andere kant. Wat ik wel weet: we zijn nu op 300 meter hoogte en moeten naar 1500 meter. En op het bordje bij de afslag staat vermeld dat het 18 kilometer is tot de pas. Het is een simpele rekensom: gemiddeld zo’n 7%.
Normaal gesproken zegt zo’n gemiddelde niet zoveel, maar nu wel, zo blijkt. De weg stijgt bijna continu met 7%. En zoals ik al vaker heb gezegd: klimmen is voor mij als bier drinken: meer dan 7% vind ik niet lekker. Maar hier word ik op mijn wenken bediend: de Passo Palade is een perfect biertje. Met redelijke benen maal ik in een constant tempo naar boven. Ik ga weliswaar niet hard, maar nergens wordt het zwaar. Ik heb dan ook ruim de gelegenheid om om me heen te kijken. Het uitzicht over het groene en vruchtbare dal van de Adige is fraai. Maar dan draait de weg landinwaarts en fiets ik door bossen en velden. Vanwege de laag hangende wolken is het uitzicht beperkt en eerlijk gezegd wat saai.
In de laatste kilometers van de klim begint het te regenen, eerst zachtjes maar daarna steeds harder. Ik vind dat eigenlijk wel lekker want het is niet koud.
Dan komen één voor één mijn fietsvrienden naar beneden gespetterd. Ze gaan terug, het is te nat om de beoogde 120 kilometer te fietsen. Ik roep: “Is het nog ver?” Pas de vierde, Jaap, verstaat me. “Nee, nog een klein stukje!”
Als ik boven op de pas aankom regent het inmiddels hard. Alleen Pieter staat nog te wachten, maar hij heeft het koud en wil ook naar beneden. “Tot zo!” Ik schuil even onder een afdakje, eet een banaan en trek mijn armstukken, windstopper en regenjasje aan. De regen ratelt op het afdakje.
Even later lijkt het iets minder hard te gaan regenen. Beeld ik me dat in? Nee, sterker nog: even later wordt het zelfs bijna droog. Ik loop naar de overkant van de weg, neem een foto van het pasbordje, loop terug naar mijn fiets en neem de afdaling terug naar Lana. De weg is kletsnat, maar het regent nauwelijks nog. En de afdaling is overzichtelijk en snel.
Vlakbij Lana suis ik op een tunnel af. Shit, die was ik vergeten! Het wegdek in de tunnel bestaat uit keitjes, netjes gelegd weliswaar, maar met 40-50 per uur levert de niet onthouden overgang een dikke schrik op. Ik durf niet te remmen en stuif stuiterend door de tunnel. Na de tunnel een bocht naar links. Even flink remmen en goed sturen. Poeh, dat ging maar net goed.
In Lana zitten de heren aan de koffie. Even bijkomen met een koude cola. En dan terug naar Rablà.
